Een duidelijk signaal van het Internationaal Gerechtshof
Terwijl we bij Vredesactie de afgelopen weken onze eerste juridische stappen zetten tegen de Belgische overheden, liep in Den Haag een rechtszaak, die nu al van historisch belang is!
In de procedure van Zuid-Afrika tegen Israël over de schendingen van de Genocideconventie, maakte het Internationaal Gerechtshof in zijn tussentijdse beslissing op 26 januari 2024 de voorlopige balans op van meer dan 100 dagen oorlog: 25.700 doden en meer dan 63.000 gewonden, meer dan 360.000 woningen vernietigd of zwaar beschadigd (wat neerkomt op 70% van het totale huizenbestand), en meer dan 1,7 miljoen mensen op de vlucht. Dit alles op een bevolking van 2,1 miljoen mensen. De Wereldgezondheidsorganisatie rapporteerde dat 93% van de bevolking onvoldoende voedsel heeft en een kwart geconfronteerd wordt met acute hongersnood.
Dit alles maakt duidelijk dat Israël zijn verplichting om de burgerbevolking te beschermen absoluut niet naleeft. Integendeel, de oorlogshandelingen lijken meer op een vorm van collectieve bestraffing, gericht op het uitdrijven van de Palestijnse burgerbevolking. Het Internationaal Gerechtshof deed nog geen definitieve uitspraak, maar beschouwde de aantijging van genocide als voldoende plausibel en het dreigende risico daarvan groot genoeg om voorlopige maatregelen te rechtvaardigen.
Het logische gevolg van deze voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof zou duidelijk moeten zijn: er kan absoluut geen wapendoorvoer of -uitvoer naar Israël meer plaatsvinden in ons land. Al zeker omdat het geen nieuw fenomeen is dat het Israëlische militaire optreden hand in hand gaat met oorlogsmisdaden en ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht.
Vreemd dan, dat de Belgische overheden die conclusie al lang getrokken zouden hebben in hun officiële beleidslijn, maar in de praktijk nog steeds militair materiaal naar Israël sturen. Zo staat er bijvoorbeeld op de website van de Vlaamse overheid:
“Geen uitvoer noch doorvoer wordt goedgekeurd die de versterking van de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht inhoudt.”
Het is een weergave van het beleid dat tussen de federale en gewestregeringen in 2009 werd afgesproken, en dat elk van hen nog steeds moet volgen. Maar, zoals we reeds in het vorige nummer van de krant signaleerden, ziet de realiteit van de situatie er een pak anders uit.
Wapendoorvoer verder uit de doeken
We hebben de voorbije maanden besteed aan het zichtbaar maken van deze door- en uitvoer. Dit met eigen onderzoek, en door gerichte vragen aan parlementsleden en journalisten te bezorgen. Hiermee hopen we het nodige bewijsmateriaal te verzamelen voor de juridische stappen om die door- en uitvoer uiteindelijk te stoppen. Ons onderzoek leverde al behoorlijk wat resultaten op.
De Israëlische luchtvaartmaatschappij Challenge Airlines, dat de luchthaven van Bierset als basis gebruikt, blijkt er sinds 7 oktober 2023 een heel ander vluchtschema op na te houden. In rustigere tijden vliegt het onder andere landbouwgoederen over vanuit Israël voor verdere distributie in de Benelux. Aangezien die voornamelijk uit de Israëlische nederzettingen in Palestijns bezet gebied komen, is dit in eerste instantie al faciliteren van oorlogsmisdaden.
Sinds kort neemt de luchtvaartmaatschappij echter ook een rol op in de militaire bevoorrading van Israël, onder andere met vluchten tussen de VS en Israël. Toen het Israëlische ministerie van Defensie de eerste beelden publiceerde van de aankomende militaire ondersteuning, bleken die uit een vliegtuig van Challenge Airlines geladen te worden. De CEO kon moeilijk anders dan deze feiten toegeven. Om aan te tonen dat hij legaal te werk ging, legde hij dan ook prompt de vervoersvergunningen op tafel die daarvoor verleend waren door het Belgische ministerie van Economische Zaken. Die vergunningen vormen weliswaar geen onderdeel van de exportcontrole, maar wel van de controle op het veilig vervoer van gevaarlijke goederen. Onze federale overheid kan dus niet doen alsof ze nergens vanaf weet.
Door dezelfde veiligheidsvergunningen op te vragen in Antwerpen, kwamen we ook te weten wat er door de Israëlische rederij ZIM verscheept wordt via de haven van Antwerpen. Zo blijken er het voorbije jaar bijna 250 ton munitie en 20 ton onderdelen voor ontstekingsmechanismen doorgevoerd te zijn, vermoedelijk afkomstig uit Duitsland. Dit alles zonder doorvoervergunning en dus in strijd met de geciteerde beleidsrichtlijn van het Vlaamse Gewest.
Bij de vorige posterkrant stuurden we een modelklacht mee waarmee in verschillende steden al klachtenacties georganiseerd zijn. Die bleek dus spot on!
Vredesactie heeft met deze bewijsstukken dan ook een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend tegen de wapendoorvoer in kwestie. Hierdoor kan de klacht niet stilzwijgend geseponeerd worden, maar wordt er een onderzoeksrechter op de zaak gezet. Op die manier is het in 2020 gelukt om de doorvoer van militair materiaal richting Saudi-Arabië door Bahri te stoppen. En nu proberen we dus hetzelfde te doen met ZIM en Israël. We nodigen eveneens andere organisaties uit om zich bij onze klacht aan te sluiten.
Niet enkel doorvoer! Belgisch buskruit naar Israël
Terwijl de doorvoer van Challenge Airlines en ZIM ons land medeplichtig maakt aan oorlogsmisdaden, wordt er ook Belgisch militair materiaal naar Israël uitgevoerd. De Belgische explosievenfabrikant PB Clermont, nu deel van de Franse Eurenco-groep, voerde vorig jaar 48 ton buskruit uit. Het laatst bekende transport met een uitvoervergunning van de Waalse overheid was op 30 november. Dit terwijl het Iraanse offensief in alle hevigheid woedde! Het officiële verhaal is nu dat dit buskruit bedoeld is voor eindgebruikers buiten Israël en dus niet in strijd is met de eerder gemaakte afspraken.
We hebben echter serieuze twijfels bij deze officiële versie. Sinds 2016 blijkt België een steeds groeiende exporteur van buskruit naar Israël. In 2021 - het laatste jaar waarvoor we gegevens hebben - bleek België in te staan voor 53,3% van de volledige buskruit-import van Israël en had ons land zelfs de VS als leverancier voorbijgestoken. De bestemmeling, het bedrijf Elbit, is ook de vaste leverancier van munitie aan het Israëlische leger. Het is dus ongeloofwaardig dat al dit buskruit voor eindgebruikers “buiten Israël” zou zijn. Een deel van de kruitdampen die we vandaag boven Gaza zien cirkelen zijn dus waarschijnlijk made in Belgium.
Nu zelfs het Internationaal Gerechtshof een aantijging van genocide plausibel vindt, lijkt het ons dan ook logisch om ook deze uitvoervergunning volledig in te trekken. Vredesactie heeft daarom, samen met een reeks andere middenveldorganisaties, een ingebrekestelling gestuurd naar Waals minister-president Di Rupo. Deze ontwikkelingen, in combinatie met een steeds groter publiek verzet tegen de Belgische wapenexport, zorgden er op 5 februari al voor dat Het Waalse Gewest tijdelijk twee licenties voor de export naar Israël opschortte voor de Luikse buskruitfabriek PB Clermont. Helaas is de maatregel maar tijdelijk. En aangezien ook deze licenties werden toegekend “omdat de eindgebruikers zich buiten Israël zouden bevinden”, mogen we verwachten dat PB Clermont er alles aan zal doen om opnieuw te kunnen uitvoeren. De strijd is dus nog niet gestreden!
Ook jij kan nog steeds een steentje bijdragen:
– door klokkenluider te worden als je toegang hebt tot informatie over deze uit- en doorvoer via onze havens en luchthavens.
– door mee aangifte te doen over dit illegale wapentransport.
Meer info over deze acties vind je op www.vredesactie.be