Geachte heer Goffin,
Op 1 oktober 2020 stuurt België vier F-16's om deel te nemen aan Operatie Inherent Resolve.
Als platform van maatschappelijke organisaties maken we ons zorgen over het gebrek aan transparantie en verantwoording die met deze militaire participatie gepaard gaat. De eerdere deelname van België aan Operatie Inherent Resolve is nog steeds gehuld in geheimzinnigheid. Het gevolg is dat Belgische parlementsleden niet in staat zijn om hun democratische controle grondig uit te oefenen. Dit terwijl de Belgische, Syrische en Irakese bevolking in het ongewisse wordt gelaten over de mogelijke gevolgen voor burgers na eerdere Belgische luchtaanvallen of ondersteunende andere activiteiten in de strijd tegen de zogenaamde Islamitische Staat.
Eerder vergelijkend onderzoek van Airwars heeft aangetoond dat België nog steeds een van de minst transparante landen is van de door de VS geleide Internationale Coalitie. Zoals uit een gezamenlijk onderzoek van Airwars, BBC, De Morgen en Liberation bleek, weigert België burgerslachtoffers door haar acties te erkennen, ook al heeft de door de VS geleide coalitie toegegeven dat gedocumenteerde gevallen met burgerslachtoffers geloofwaardig zijn. In een reactie op dit onderzoek verklaarde het Belgische ministerie van Defensie alleen dat de Belgische strijdkrachten "zeker niet bij alle incidenten betrokken waren", zonder meer details of bewijzen te verstrekken die deze gedurfde bewering hard maken.
België concentreert zich tot dusverre in het debat over civiele schade en het afleggen van verantwoording op het legaal karakter van de luchtaanvallen. Zolang het Belgisch ministerie van Defensie er geen rekening mee houdt dat incidenten die schade berokkenden aan burgers inbreuken kunnen vormen op het internationaal humanitair recht, zal het ook niet geneigd zijn om de nodige lessen te trekken, bij te sturen of evaluaties te maken die publiek zijn.
Wij zijn van mening dat een dergelijke attitude niet kan worden volgehouden. Dat konden we vaststellen bij onze noorderburen nadat media in oktober 2019 ontdekten dat bij een Nederlands luchtaanval op Hawijah (Irak) in 2015 minstens 70 burgers omkwamen. Eens de waarheid over incidenten met burgerslachtoffers aan het licht komt, kan dat zorgen voor heel wat nationale commotie, waarbij het vertrouwen in de regering bij zowel het parlement als de bevolking ernstig schade kan oplopen.
Oproep tot meer transparantie
Tot dusver heeft het Belgisch ministerie van Defensie weinig indicaties gegeven dat het werk zal maken van meer transparantie en verantwoording zal afleggen tijdens de komende ontplooiing van vier F-16's, hoewel het parlement duidelijk te kennen heeft gegeven dat dit noodzakelijk is. We dringen er daarom bij het ministerie van Defensie op aan om volledig gevolg te geven aan de resolutie die het parlement op 25 juni 2020 heeft aangenomen. Meer bepaald van de maatregelen 4, 6 en 17 van de resolutie, die de federale regering het volgende verzoeken:
4. Blijk te geven van militair verantwoorde maximale transparantie ten opzichte van de Kamer van volksvertegenwoordigers, met betrekking tot het voorkomen van, het monitoren en het melden van mogelijke burgerslachtoffers ten gevolge van onze militaire inzet en in het bijzonder door de parlementaire controle inzake de handelingen van de nationale Red Card Holder te versterken;
6. actief in overleg te treden met de Nederlandse regering om alle lessen die geleerd zijn uit het drama van Hawija ter kennis te nemen, te begrijpen en daaropvolgend te rapporteren aan de Kamer van volksvertegenwoordigers hoe die lessen tijdens de Belgische militaire inzet zullen aangewend worden om zoveel als mogelijk burgerslachtoffers te vermijden;
17. publiek te communiceren, na onderzoek en rekening houdend met militaire en veiligheidsoverwegingen, over eventuele burgerslachtoffers als gevolg van Belgische militaire operaties en een actieve samenwerking en uitwisseling met externe monitoringgroepen en mensenrechtenorganisaties te garanderen (nadruk toegevoegd).
Momenteel bestaat er in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland overleg dat er moet toe leiden de transparantie en het afleggen van verantwoording voor civiele schade te verbeteren en om te zetten in beleid zodat burgers in gewapende conflicten betere bescherming genieten.
Dit overleg gebeurt in samenspraak met verschillende maatschappelijke organisaties, waaronder academici en ngo's, zoals Airwars, CIVIC, Amnesty International en lokale maatschappelijke organisaties.
Wij vinden het cruciaal dat België zich ertoe verbindt om een einde te maken aan de gebrekkige transparantie en op een correcte manier verantwoording aflegt.
Wij willen u hierbij informeren dat ons platform van maatschappelijke organisaties bereid is om actief samen te werken door onze expertise en kennis ten dienste te stellen van het ministerie van Defensie zodat concrete voortgang kan worden geboekt op vlak van transparantie en verantwoording tijdens de komende Belgische militaire operatie in Irak en Syrië.
Aanbevelingen
De ondergetekende organisaties roepen de Belgische regering op tot minimaal de volgende maatregelen:
1. de publicatie van de exacte datum en nabije locatie van alle Belgische luchtaanvallen in de strijd tegen Islamitische Staat;
2. de publicatie van de resultaten van alle onderzoeken naar burgerslachtoffers - inclusief de data, locatie, doelen en aantal burgerslachtoffers van militaire acties - zelfs als eigen onderzoek van het ministerie van Defensie tot de conclusie komt dat er geen sprake is van schendingen van internationaal humanitair recht;
3. het opstellen van richtlijnen voor de proactieve publicatie van deze informatie (in de toekomst), in de vorm van open data, om zo controle door onafhankelijke partijen mogelijk te maken;
4. samenwerking met externe partijen, waaronder ngo's, om normen op te stellen voor de minimumcriteria waaraan externe claims van burgerslachtoffers moeten voldoen zodat het ministerie van Defensie in staat is deze te beoordelen;
5. zorg voor capaciteit bij het ministerie van Defensie zodat ambtenaren in staat zijn om zich te focussen op monitoring en de actieve publicatie van gegevens over luchtaanvallen en burgerslachtoffers in gewapende conflicten, met inbegrip van toekomstige militaire interventies, zodat de gevolgen ervan systematisch kunnen worden gecontroleerd en gepubliceerd;
6. de invoering of ondersteuning van een mechanisme zodat potentiële slachtoffers van coalitiebombardementen zorgwekkende incidenten kunnen melden;
7. een politieke verklaring aannemen over het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden met een duidelijk engagement voor gegevensverzameling en transparante rapportage.
Omdat het Belgische leger heeft besloten om tijdens de komende militaire ontplooiing precisiebommen met kleine diameter te gebruiken, vinden wij het noodzakelijk om te benadrukken dat voor het beschermen van het leven van burgers en civiele infrastructuur, met name in stedelijke gebieden, meer nodig is dan het inzetten van precisiewapens.
De ondergetekende organisaties bereiden zich voor om hierover in het openbaar te communiceren en zullen een kopie van deze brief tegen eind september aan de Belgische pers bezorgen, omdat we geloven dat deze discussie ook de Belgische bevolking aanbelangt.
We hopen dat u positief reageert op onze oproep tot samenwerking en uitwisseling over deze belangrijke kwestie. We gaan graag de dialoog aan met het ministerie van Defensie om onze aanbevelingen verder te bespreken
.
Hoogachtend,
11.11.11
Agir pour la Paix
Airwars
Amnesty België
CNAPD
GRIP
Handicap International. Humanity & Inclusion
Oxfam België
Pax Christi Vlaanderen
Vredesactie
Vrede vzw