Sinds 1967 bezet Israël Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever. Die bezetting gaat gepaard met een langzaam maar systematisch proces van uitdrijving, etnische zuivering en annexatie. Elk protest wordt er gecriminaliseerd en in de kiem gesmoord: zo zijn er in het afgelopen jaar alleen al tientallen burgers gedood en meer dan 12.000 burgers gearresteerd. In de bezette gebieden worden Palestijnen mensenrechten ontzegd: ze worden van hun land verdreven, hun grond wordt ingepikt en hun toegang tot water steeds verder beperkt. Het doel? De geleidelijke overname van het gebied. In de bezette gebieden worden exclusieve nederzettingen (‘settlements’) gebouwd voor Joodse Israëli’s. (Meer over de Westelijke Jordaanoever lees je hier)
Dit is niet alleen schrijnend onrecht, het is ook in strijd met het internationaal recht. Volgens het internationaal humanitair recht – dat landen verplicht om burgers in een bezet gebied te beschermen – zijn deze nederzettingen of kolonies illegaal. Het Internationaal Gerechtshof bevestigde dit in 2024: Israël moet het land teruggeven aan de Palestijnen, en de Israëlische kolonisten (‘settlers’) moeten terugkeren naar Israël. Maar in plaats van gehoor te geven aan deze uitspraak, blijft Israël de bezette gebieden uitbreiden en de bevolking uitbuiten.