Het was een mooie affiche waarmee deze betoging werd aangekondigd. Een panoramisch beeld van de Europese hoofdstad waarboven zich een weidse hemel uitstrekte waarin een gigantische bom dreef. Het was vooral die dreigende bom boven een alledaagse stad die bijbleef. Wij wachtten met in elkaar gestrengelde handen, geduldig, tot de wriemelende massa zich in beweging zette. We voelden een verbondenheid die dieper doorsijpelde dan de regen die ons bij elkaar deed schuilen. Nu en dan riepen we mee. Opdat we hoorden hoe onze woorden opgingen in het grote koor, een Grieks drama waardig, dat zijn stem verhief.
De jaren hierna zouden de betogingen tegen de atoomwapens veel groter worden, tot het nooit meer geziene aantal van vierhonderdduizend mensen die op 23 oktober 1983 'neen' riepen tegen de kernwapenwaanzin. Het protest werd versterkt door geweldloze actiekampen aan en op de militaire basis van Florennes waar de kernraketten werden geïnstalleerd en waarbij we met acties van burgerlijke ongehoorzaamheid in de weg gingen staan, honderden werden in de cel gestopt of wekenlang in voorhechtenis genomen in de gevangenissen van Lantin of Namen. Mensen met een gewone job, leerkrachten, bedienden, ingenieurs, geen relschoppers.
Wie die jaren heeft meegemaakt, weet dat het de hele bevolking aangreep. Ze vormden een decennium van extreme volksberoering omdat beide grootmachten dreigden een nieuwe overtreffende stap in een waanzinnige nucleaire wapenwedloop te zetten. Leven onder de dreiging van kernwapens, wierp een reële schaduw over het dagelijkse leven, overal werd erover gesproken, in kerken en lokalen hingen affiches, de enen waren voor, de anderen tegen, er viel nauwelijks aan te ontkomen. De buitenlandpolitiek werd in de dorpsstraat bediscussieerd en de Wetstraat kwam er bekaaid vanaf. Onze politici bleken hardleers. De eerste twintig kernraketten waren op 16 maart 1985 vanuit Amerika onderweg naar Florennes nog voor ons parlement daarvoor de toestemming gaf. Zelden heeft een regering zich zo de vazal van de VS getoond.