Dienstweigeren in Zuid-Korea

In nummer 224 (november) van het Magazine voor Vredesactie, bij onze jaarlijkse één decemberoproep om te schrijven naar gevangenen-voor-de-vrede, beloofden we later terug te komen op de doelgroep van dit jaar: de Zuidkoreaanse gewetensbezwaarden. De War Resisters’ International (WRI) had de Peace Prisoners’ Day dit jaar inderdaad in het teken van deze jonge beweging geplaatst. We laten Jungmin Choi (1) aan het woord.
Pas in 2001 werd het begrip ‘gewetensbezwaar tegen militaire dienst’ voor het eerst aan het Koreaanse publiek gepresenteerd, door een tijdschriftartikel over een forum rond militaire dienstplicht, waarop het recht op gewetensbezwaren ter sprake was gekomen. Het artikel ging ook specifiek in op het lot van de Getuigen van Jehova. Sinds het Zuid-Koreaanse leger bestaat hebben meer dan 10.000 gewetensbezwaarden – vooral Getuigen van Jehova – gevangenisstraffen uitgezeten, maar tot dan toe was dit de publieke opinie totaal ontgaan. Het streefdoel van de opeenvolgende regeringen in Zuid-Korea is altijd de economische groei geweest: alleen het BNP is van tel, en daarbuiten niets. Het militarisme (het land kent een lange geschiedenis van militaire dictators) is een middel tot dat doel, en de confrontatie met Noord-Korea die vormt daarbij een voorwendsel voor gehoorzaamheid en eenheid. Als je dan weet dat de verplichte militaire dienst altijd de basis van het Koreaanse militarisme heeft gevormd, dan begrijp je waarom de regering het gewetensbezwaar tegen militaire dienst blijft weigeren en de dienstweigeraars zo hard behandelt. Eerste stappen In 2001 waren thema’s als het militaire systeem, mensenrechten voor soldaten, of het gewetensbezwaar nog altijd onbespreekbaar. En dus, toegegeven, hadden ook wij nog onze twijfels over de haalbaarheid van een dermate controversieel thema. Een week na ons ‘forum’ begon de politie reeds drie antimilitaristische websites uit te pluizen, waarop o.a. werd uitgelegd hoe je militaire dienst kon vermijden. Maar in het kielzog daarvan organiseerden een aantal pacifistische en mensenrechtengroepen een symposium en publiceerden ze een rapport om het taboe verder te doorbreken, en om eindelijk het daglicht te laten schijnen op die vijftigjarige verhulde geschiedenis van gevangenisstraffen; om de schijnwerper te richten op het recht op gewetensbezwaren. Sindsdien groeit de sympathie binnen de publieke opinie gestadig. Daarin speelt het groeiend besef van de moeilijke toestand van gewetensbezwaarden en hun familie een positieve rol. Een steekproef wijst ondertussen uit dat meer dan 50 % van de Koreanen gewonnen zijn voor het recht op gewetensbezwaren. Het idee dat het mogelijk zou kunnen worden om legerdienst te weigeren heeft in Korea een schok teweeggebracht, vooral in universitaire milieus en bij jonge activisten die hun dienstplicht nog voor zich hebben liggen. Nu de idee onder de bevolking verspreid raakte, kregen wij meer en meer oproepen en mails die informatie opvragen over het gewetensbezwaar. In december 2001 kwam er dan de openbare verklaring van dienstweigering door de boeddhistische pacifist OhThae-Yang, die de kwestie van het gewetensbezwaar op het niveau van het politieke debat tilde, wegens de link die hij legde met de verhouding tussen de twee Korea’s en met de nationale veiligheid. Gevaar voor nationale veiligheid? In 2002 sloten diverse mensenrechtengroepen zich aaneen in ‘Korea Solidarity for Conscientious Objection’ (KSCO), en een rechter richtte zich tot het Grondwettelijk Hof omdat hij twijfelt aan de grondwettelijkheid van de wetten op de militaire dienstplicht. Sedert de verklaring van Oh Thae-Yang is het politieke gewetensbezwaar in een stroomversnelling geraakt: acht nieuwe mensen verklaarden zich gewetensbezwaard. En als student Na Dong-Hyuk zich aansloot, beloofden twintig medestudenten later eveneens militaire dienst te zullen weigeren als ze hun oproep zouden ontvangen. De KSCO kreeg van langsom meer vragen om informatie, en we zijn nu zover dat we op regelmatige basis bijeenkomsten met jongeren inrichten die zich zorgen maken over hun situatie. In de winter van 2002 organiseerden we een ‘school voor gewetensbezwaarden’ waar de deelnemers informatie kregen en de problemen van het gewetensbezwaar konden uitdiepen. Nu de beweging rond het gewetensbezwaar in Zuid-Korea groeide, vooral bij de jongeren, begon ook de regering zich te roeren. Het ministerie van Onderwijs bezorgde aan elke school en elke universiteit richtlijnen om de groei van onze beweging aan banden te leggen. Het ministerie van Defensie publiceerde een verklaring tegen het recht op gewetensbezwaren. Meer en meer maakte ook toenmalig president Kim Da Jung duidelijk dat hij nooit een recht op gewetensbezwaren zou kunnen aanvaarden. De VS-aanval op Irak De aanval van de VS op Irak heeft een grote impact gehad op de Koreaanse samenleving. Voor het eerst hebben de mensen hier – betreffende een conflict buiten Korea - massaal de stem verheven tegen oorlog en voor de vrede. Er zijn zelfs een aantal activisten zelf naar Irak getrokken in een poging om als getuigenschild de oorlog tegen te houden. En toen er sprake was van de inzet van Koreaanse soldaten, nam het verzet nog toe. Toen de oorlog bijna gedaan was verklaarde ook een andere gewetensbezwaarde, Kim Do-Hyung, publiekelijk zijn dienstweigering. Tijdens een persconferentie drukt hij zijn ontsteltenis uit over de aanvallen van de VS en verklaarde hij dat de ontplooiing van Koreaanse troepen hem overtuigd had dienst te weigeren in een leger dat betrokken zou kunnen zijn in een onrechtvaardige oorlog. Beweging groeit gestadig Begin dit jaar veranderde de groep ‘People Sharing Conscience’ die dienstweigeraars ondersteunt haar naam in ‘World without War’. Op 15 mei, Internationale Dag van de Gewetensbezwaarde, namen enkele dienstweigeraars uit Zuid-Korea deel aan de activiteiten in Israël, terwijl in Korea zelf ter gelegenheid van de ‘Dag’ een pacifistisch kamp doorging voor dienstweigeraars en antimilitaristen. Vrij improvisatorisch nog, want het was de allereerste keer dat iets dergelijks in Korea plaatsvond. We werkten er de nieuwe documentaire film af over gewetensbezwaren en speelden hem voor het eerst in het publiek. Hopelijk gaat de film zijn weg vinden over heel Zuid-Korea en zal hij overal nuttig gebruikt worden. Het wordt een van de elementen in onze campagne om de gewetensbezwaarden in Zuid-Korea in de openbaarheid te brengen. Het is tegenstrijdig dat Korea, met zijn lange strijd voor democratie, in feite nog maar een prille drie jaar strijd voor het gewetensbezwaar kent. Op dit ogenblik zijn er nog altijd vrij weinig gewetensbezwaarden in ons land. Het zal nog veel tijd vergen om de volle steun van de bevolking te verwerven. Maar het is evident dat wij als beweging van gewetensbezwaarden een nieuw perspectief aanvoeren voor een nieuwe wereld, en ook al gaat het langzaam, de vorderingen verlopen met kracht. Jung-min Choi (1)Vertaald uit The Broken Rifle, nr. 59, november 2003 World Without War 2F., 242-73 Sangdo 4-dong, dongjak-gu Seoul 156-806 Tel: +82-2-815-4477 Email: admin@withoutwar.org Korea Solidarity for Conscientious Objection 5F., CISJD Bldg., #35 Chungjoengno 2(I)-ga, Seodaemun-gu Seoul 120-012 tel +82-2-393 9085 fax +82-2-363 9085 email: corights@jinbo.net http://corights.net WRI Korea Dobongo-gu, Ssangmun 2- dong, 49-6, 2nd Floor, Gadis, Infoshop Seoul 132-859 tel +82-2-991-5020 fax +82-2-389-5755 email: wrikorea@hotmail.com