De Europese Commissie beveelt aan: meer wapenproductie in Europa en meer wapenhandel wereldwijd.

Op 24 juli 2013 maakte de Europese Commissie (EC) haar aanbevelingen bekend voor het versterken van de Europese wapenindustrie. Ze pakt uit met een reeks agressieve maatregelen waarmee ze de grenzen van haar bevoegdheden opzoekt, zoniet overschrijdt. Ze kondigt niet alleen een specifiek programma voor de ontwikkeling van nieuwe wapentechnologie aan, ze wil zelfs prototypes van nieuwe wapentechnologie aankopen. Zonder er doekjes om te winden overweegt ze expliciet (militaire) drones aan te kopen. De EC wil dat Europese instellingen actief de wapenfabrikanten gaan promoten wanneer ze moeten concurreren met Amerikaanse, Chinese, Russische leveranciers. Dual-use wordt gezien als een keurmerk voor militaire toepassingen waarvoor toch civiel geld vrijgemaakt kan worden. Uiterst nauwgezet wordt van alle Europese subsidiepotten uiteengezet hoe ze gebruikt kunnen worden voor en door de wapenindustrie. Met een ontstellend nauwe blik herleidt de EC het Europese buitenlands en binnenlands veiligheidsbeleid zo tot een industrieel stimulusbeleid van de Europese wapenindustrie.

Deze aanbevelingen zijn het resultaat van het werk van de “taskforce wapenindustrie” van de Europese Commissie. In 2011 werd deze taskforce door commissievoorzitter Emanuel Barroso en de eurocommissarissen Antonio Tajani (industrie en ondernemerschap) en Michel Barnier (interne markt) opgericht om te onderzoeken hoe de EC de Europese wapenindustrie kon versterken. In maart 2012 zetten topambtenaren de prioriteiten voor de taskforce uiteen1. Hun visie op wapenhandel en de wapenindustrie is gebaseerd op louter economische argumenten. De logica van het Europese economische project wordt zonder verpinken toegepast op de wapenindustrie: we hebben een grote eengemaakte Europese markt nodig, die er samen met een Europees industrieel beleid voor moet zorgen dat er grote fusiebedrijven kunnen ontstaan. Toegepast op de wapenindustrie betekent dit: 1. de EU doet er alles aan om de wapenhandel tussen lidstaten vrij te maken van de controle van nationale regeringen en 2. de EC voert een actief industrieel beleid om de Europese wapenindustrie wereldwijd sterker te maken, lees: meer wapentechnologie te doen verkopen. Dat de wapenindustrie niet zomaar een sector is als een andere, en wapenhandel niet zomaar een handeltje als elk ander, daarover wordt met geen woord gerept. Integendeel, het is 'dankzij' de wereldwijde wapenhandel dat de wapenindustrie concurrentieel is op wereldvlak. En daar stopt de redenering van de topambtenaren.

Europa is de grootste wapenexporteur ter wereld, met het Midden-Oosten als belangrijkste afnemer. Niet te verwonderen dat Europese wapens en surveillance apparatuur ingezet werden tijdens de bloedige repressie in de Arabische wereld, en opduiken in naburige conflicten. De Fransen mochten in Mali een tegenstander bevechten die gewapend was met … Frans wapentuig, meegenomen uit Libië. De negatieve impact van export van Europese wapens wordt hiermee dagelijks aangetoond. De enige conclusie is dat een florerende wapenindustrie niet leidt tot een veiliger Europa in een veiligere wereld, integendeel. De eurocraten trekken hieruit geen enkele les: ze kijken enkel naar de belangen van de Europese wapenindustrie.

De EU moet prototypes van militaire technologie aankopen”

De afgelopen jaren heeft de wapenindustrie gretig geprofiteerd van het Europese, civiele onderzoeksprogramma “FP7-security” met een budgetlijn van 1.7 miljard euro2. Met militaire onderzoeksprojecten, overgoten met een sausje 'civiele toepassingen', haalden wapenbedrijven o.a. subsidies binnen voor de ontwikkeling van drone-technologie3 en militaire grensbewaking4. De EC speelde hierin een actieve rol en kondigt aan die rol nog uit te breiden zodat wapenfabrikanten maximaal kunnen profiteren van het nieuwe onderzoeksprogramma “Horizon2020”.

Maar er is meer. De EC kondigt een nieuwe subsidielijn aan waarmee zuiver militaire projecten gefinancierd kunnen worden. Het lastige civiele sausje zou dan niet meer nodig zijn. Welk budget de EC hiervoor ter beschikking wil stellen is niet bekend, evenmin welke wapentechnologie in aanmerking zou komen voor subsidies. En het kan nog straffer: de EC kondigt ook aan dat ze prototypes van wapentechnologie wil aankopen. Iets preciezer: ze wil zo'n aankoopprogramma ondersteunen. Hier gaat de EC werkelijk haar bevoegdheden te buiten. Want hoewel de leden van de defence taskforce daar waarschijnlijk van dromen, is het ondenkbaar dat een instelling van de EU zelf wapentuig zou aankopen. Met haar aankondiging toont ze wel dat ze hierin voor zichzelf een rol ziet weggelegd. De domeinen die vermeld worden zijn niet de minste: drones en chemische, biologische en nucleaire detectiesystemen. De EC stelt bijna letterlijk voor om prototypes van (gevechts-)drones aan te kopen of om een experimenteel lab te gaan runnen met detectiesystemen voor biologische oorlogsvoering.

De nieuwe generatie drones als Europees paradepaardje?

'Wat we nodig hebben is een paradepaardje van Europese militaire technologie.' Zo klinkt het niet alleen in de aanbevelingen van de Europese Commissie, maar ook in documenten van denktanks en nationale overheden. De gevechtsdrone duikt regelmatig op in suggesties voor zo'n paradepaardje. De Europese wapenindustrie speelt vandaag geen rol van betekenis in de productie van drones – die is volledig in handen van Israëlische en Amerikaanse wapenfabrikanten. Maar intussen wordt volop gewerkt aan de nieuwe generatie drones5. Hoewel op dit moment verschillende wapenfabrikanten en nationale overheden in het VK, Duitsland, Frankrijk hun eigen drone programma's opzetten, wordt dit door velen gezien als het ideale project dat voor meer militaire samenwerking in Europa kan zorgen, en tegelijk het smeermiddel kan zijn voor nieuwe fusies van wapenbedrijven. De EU heeft nu al 100 miljoen euro beloofd om zo'n samenwerking te vergemakkelijken. Op de schaal van de Europese budgetten is dat relatief weinig geld – de voorstanders van zo'n Europese gevechtsdrone hopen dan ook op een serieus initiatief (lees: veel geld en een langetermijn engagement) van de Europese staats- en regeringsleiders op hun bijeenkomst in december.

Dual-use, het keurmerk om meer belastinggeld aan wapens uit te geven

“If spending more is difficult spending better is a necessity”. Hoewel de EC het liever anders zou zien, erkent ze dat pleiten voor hogere Europese defensiebudgetten niet echt realistisch is. Daarom legt ze er de nadruk op dat de bestaande budgetten beter moeten gebruikt worden. En voor de EC betekent beter: er moet meer geld naar de wapenindustrie gaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit haar analyse van de defensiebudgetten: de personeelskosten in de Europese legers zijn voor haar veel te hoog, en de uitgaven voor de aankoop en ontwikkeling van nieuw wapentuig te laag. Althans, zo luidt de retoriek. Want in dezelfde aanbevelingen kunnen we lezen dat de Europese Unie nog altijd hogere defensie-uitgaven heeft dan Rusland, China en Japan samen. En ook: tussen 2005 en 2010 zijn de Europese uitgaven voor de aankoop van nieuw materiaal gestegen met 5 miljard euro of 17 procent.

Maar dat vindt de EC niet genoeg. Daarom zet ze in op de mogelijkheden om geld dat voor civiele onderzoeksprojecten is bestemd, toch bij wapenbedrijven terecht te laten komen. Het toverwoord hier is “dual-use”. Een dual-use technologie is er een die zowel civiele als militaire toepassingen kent. De EC wil ons graag laten geloven dat er geen verschil is tussen 'militaire' en 'civiele' technologie en dat het dus geen zin heeft de wapenindustrie speciaal te behandelen. De realiteit is anders: bijvoorbeeld een beeldscherm in een oorlogssituatie moet aan totaal andere vereisten voldoen dan een beeldscherm op een bureau.

Maar de EC vindt dat wanneer de ontwikkeling van militaire technologie ook civiele toepassingen heeft of zou kunnen hebben (drones kunnen bv. ook ingezet worden voor milieu-monitoring), deze ook in aanmerking moet komen voor civiele onderzoeksbudgetten. Dual-use wordt gezien als een keurmerk waarmee voor allerlei militaire toepassingen toch civiel geld vrijgemaakt kan worden.

De EC: een PR-bureau voor de wapenindustrie, betaalt met uw belastinggeld

De EC wil “de internationale dimensie versterken”. In mensentaal: ze wil meer wapenhandel. Het is geen geheim dat de wapenindustrie enkel winstgevend is wanneer ze haar wapentuig kan verkopen, waar ook ter wereld. De EC kondigt overleg aan met de wapenfabrikanten om te bekijken wat ze kan doen om hen te helpen met het verkopen van hun producten wereldwijd.

Inderdaad, zo wordt er wel al eens een wapenuitvoervergunning geweigerd naar repressieve regimes. Vind je als wapenfabrikant dat dit onheus is omdat daardoor je winstmarges verkleinen? De Europese Commissie zal bekijken wat ze voor je kan doen.

De EC biedt haar diensten aan om wapenfabrikanten te laten profiteren van het zwakke gemeenschappelijk EU-standpunt over wapenhandel, de zogenaamde “Common Position”. In dat gemeenschappelijke standpunt zijn acht criteria vastgelegd die in overweging genomen moeten worden door de lidstaten wanneer ze wapenexportvergunningen afleveren. Naast allerlei mooie principes over democratie en mensenrechten, mogen de lidstaten ook in overweging nemen dat het weigeren van een wapenexportvergunning in het nadeel speelt van de wapenindustrie. In het gemeenschappelijke standpunt wordt weliswaar gezegd dat dit soort overwegingen pas op de tweede plaats komen, de EC is duidelijk een andere mening toegedaan. Hoewel ze erkent dat wapenuitvoer in overeenstemming moet zijn met de principes uit het gemeenschappelijke standpunt, stelt ze dat Europa “tegelijkertijd een economisch en politiek belang heeft bij het ondersteunen van haar wapenindustrie op de wereldmarkt”. In tegenspraak met de Common Position zet ze de industriële belangen expliciet op hetzelfde niveau als bv. democratie of mensenrechten.

De Commissie gaat nog verder. Ze zal onderzoeken hoe de EU-instellingen de wapenfabrikanten kunnen promoten wanneer ze voor bepaalde bestellingen moeten concurreren met Amerikaanse, Chinese, Russische,... leveranciers. De Commissie vindt dus dat de EU het PR-bureau van de Europese wapenindustrie moet worden. Met zo'n voorstel werkt de Europese Commissie actief de civiele en diplomatieke doelstellingen van het Europees buitenlands beleid tegen. Hoe kan je geloofwaardig diplomatieke initiatieven nemen voor het vermijden of oplossen van gewapende conflicten wanneer je tezelfdertijd bij de verschillende partijen reclame maakt voor Europees wapentuig?

De wapenindustrie beschouwt zichzelf als een sector als een andere, die meer wil verkopen, wil groeien en daarom actief wil worden in steeds andere markten. Ook drones wil die industrie op veel grotere schaal toegepast zien dan enkel in militaire operaties. En de EC, met haar missie om de wapenindustrie te versterken en te doen groeien, is dezelfde mening toegedaan en speelt dus ook binnen de EU voor PR-bureau. In een werkdocument uit december 2012 beargumenteert de EC dat de EU zelf civiele toepassingen van drones moet gaan ontwikkelen, omwille van de mogelijkheden die dit geeft voor de wapenindustrie om meer producten te verkopen5. Dit is de wereld op zijn kop. De EC dreigt daarmee een sterke motor te worden van een beeld van de maatschappij waarin iedereen verdacht is, waar achter elk hoekje een bedreiging schuilt, waar overal indringers moeten geïdentificeerd moeten worden en zo nodig geneutraliseerd of uitgeschakeld. Precies omwille van de winstgevendheid van de wapenindustrie moeten alle facetten van het leven bekeken worden door deze militaire logica. Dat is immers de beste garantie voor hogere verkoopscijfers.

 

4http://www.vredesactie.be/campagnes/ctrl-alt-eu/campaignnews/634

5http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st13/st13438.en12.pdf