Heeft ons land binnen 10 jaar per se nieuwe gevechtsvliegtuigen nodig, of zijn er minder dure investeringen denkbaar die onze veiligheid beter ten goede komen? Tom Sauer (Universiteit Antwerpen) vindt gevechtsvliegtuigen een overbodige luxe.
Geachte parlementsleden,
Of België zijn F-16's moet vervangen is omwille van de gigantische aankoopprijs een politieke vraag van de hoogste orde, waarvoor een maatschappelijk draagvlak dient te bestaan ook buiten Florennes en Kleine Brogel. Het is niet dat ons land geen gevechtsvliegtuigen kan betalen, maar elke euro kan maar één keer worden uitgegeven.
De nuchtere vraag die zich opdringt: heeft ons land binnen 10 jaar per se nieuwe gevechtsvliegtuigen nodig, of zijn er minder dure defensie-gerelateerde investeringen denkbaar die onze NAVO solidariteit aantonen, en vooral, die onze veiligheid beter ten goede komen?
Kolonel Housen (De Standaard, 23 juni) argumenteert dat er alternatieven bestaan, en ook ik ben geneigd hem hierin te volgen. Binnen de NAVO is er zelden een gebrek aan gevechtsvliegtuigen wanneer wordt opgeroepen om te bombarderen. De Europese NAVO lidstaten alleen al beschikken over 2.000 straaljagers. De 20-30 additionele tuigen met een Belgische vlag zullen heus het verschil niet maken.
De NAVO en VN hebben echter een lange lijst van defensiecapaciteiten waaraan wel degelijk een tekort is. Het meest voor de hand liggende zijn grondtroepen die na mogelijke bombardementen de situatie kunnen stabiliseren en in een lange overgangsperiode kunnen voorzien zodat het land opnieuw kan worden opgebouwd zowel militair, politioneel, juridisch, als economisch. Dat is ongetwijfeld complexer, meer risicovol en vooral minder sexy dan Top Gun.
Maar bombarderen zonder stabiliseren en zonder heropbouw helpt ons geen centimeter vooruit. Libië dat vandaag een broeihaard is voor terroristen is hiervan het beste voorbeeld. Maar ook de 45.000 bommen afgevuurd op Afghanistan en Irak hebben die landen niet vooruitgeholpen. Vietnam getuigde eerder van de inherente beperkingen van luchtbombardementen.
Naast bombarderen worden onze F-16's ook ingezet voor de bescherming van ons grondgebied en voor air-policing elders. Als België dat in de Baltische Staten kan, dan is er geen enkele reden waarom Frankrijk of Polen in de toekomst ons luchtruim niet zou kunnen bewaken.
De laatste functie van onze F-16's is afschrikking, dat tot op de dag van vandaag wordt ingevuld met massavernietigingswapens. Welnu, massavernietigingswapens zijn passé. Wie gelooft dat we de Baltische staten gaan heroveren op de Russen door kernwapens in te zetten ? En onze "kroonjuwelen" in Kleine Brogel hebben Putin alvast niet tegengehouden om de Krim te bezetten. Veel afschrikking hangt daar niet aan vast, omdat we niet de guts hebben om ze in te zetten. Perfect begrijpbaar want de inherente vernietigingskracht van kernwapens is per definitie onverenigbaar met het moderne internationaal (humanitair) recht.
Bij gebrek aan kennis en moed weigeren onze politici (behalve in het Vlaams Parlement) het debat hierover aan te gaan, ook binnen de NAVO. Zij doen alsof hun neus bloedt. De kans is echter uitermate groot dat binnen tien jaar ook kernwapens bij verdrag illegaal zullen zijn, net zoals de biologische en chemische wapens al veel langer verboden zijn.
Laat ons dus capaciteiten aankopen die op het terrein legaal inzetbaar zijn en die op een geloofwaardige manier de Oosteuropese staten re-assuren. Ook op dit vlak lijkt de NAVO zelf aan te geven dat boots-on-the-ground het grootste verschil maken.
Nog beter zou zijn een assertiever buitenlands beleid te voeren gericht op vrede en ontwikkeling, ook ten aanzien van Rusland en het Midden-Oosten, zodat Defensie niet steeds de brokken moet lijmen.
Defensieminister Vandeput presenteert voor de regering de vakantie in gaat zijn nota over de toekomst van het Belgische leger. De aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen is daarvan het duurste en meest omstreden onderdeel. Op uitnodiging van Vredesactie schreven vier experts en opiniemakers een brief aan onze beleidsmakers.
Tom Sauer doceert Internationale Politieke aan de Universiteit Antwerpen, en is co-auteur (met Jorg Kustermans) van Vechten voor Vrede (Lannoo).