Wapenhandel met Israël blijft doorgaan, 11.11.11 en Vredesactie: ‘status quo is geen optie’

Betoging tegen de Arizona-wetsvoorstellen

Ondanks de grootschalige oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide die worden gepleegd in Gaza en de Westelijke Jordaanoever blijft er sprake van wapenhandel tussen België en Israël. 11.11.11 en Vredesactie roepen op tot doortastende actie: “Op een moment dat internationale hoven unaniem zijn over oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, kan de status-quo geen optie zijn.”

Power Down Israël

Israël kan haar genocidale geweld alleen voortzetten dankzij eindeloze internationale steun. Samen maken we een einde aan systemen die oorlogsmisdaden in de hand werken!

Lees meer over Power Down Israël

Onderzoek van VRT NWS bracht begin deze week aan het licht hoe het Belgische leger sinds 7 oktober 2023 onder meer 109,5 ton aan munitie kocht van het Israëlische defensiebedrijf IMI. Dit komt bovenop recent onderzoek van Vredesactie, waarin de problematische rol van de Belgisch-Israëlische luchtvaartmaatschappij Challenger Airlines in de doorvoer van militaire goederen in kaart werd gebracht. In mei 2024 spanden verschillende Belgische en Palestijnse NGOs, waaronder 11.11.11 en Vredesactie, ook een rechtszaak aan tegen de Israëlische rederij ZIM voor de illegale doorvoer, via de Haven van Antwerpen, van munitie naar Israël.

Hofleverancier Israëlische leger

Meer dan 1,5 jaar na de start van de Israëlische genocide in Gaza roepen 11.11.11 en Vredesactie defensieminister Theo Francken (N-VA) en de betrokken regionale overheden op om eindelijk ten volle hun verantwoordelijkheid te nemen. “IMI en haar moederbedrijf Elbit Systems zijn een hofleverancier van het Israëlische leger. Door zaken te doen met dergelijke bedrijven versterk je hun slagkracht en stel je hen in staat om nog meer bij te dragen aan de genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die momenteel plaatsvinden in Palestina”, aldus Willem Staes, Midden-Oostenexpert bij 11.11.11. ​ 

De organisaties reageren daarmee op de uitspraken van minister Francken, die stelde dat het “juridisch niet evident is” om de aankoop van Israëlische wapens te stoppen. Francken verwees daarbij ook naar de afwezigheid van sancties tegen Israël, en sloot niet uit dat het Belgische leger in de toekomst opnieuw wapens zal aankopen bij Israëlische defensiebedrijven.

Een vreemde redenering, aldus 11.11.11 en Vredesactie. “De aankoop van militaire goederen, en de instelling van een wapenembargo, zijn nationale bevoegdheden, weliswaar verdeeld over het federale en gewestelijke niveau. Weigeren om een omvattend wapenembargo in te voeren en vervolgens het uitblijven van zo’n embargo inroepen als reden om de status-quo te handhaven, is een cirkelredenering die geen rekening houdt met de juridische verplichtingen van België onder internationaal recht.”

Fundamenteel debat

Zoals ook aangehaald door het Vlaams Vredesinstituut, moet de federale regering zich de fundamentele vraag stellen hoe ze zich wil verhouden tot de defensie-industrie van een land dat op grote schaal oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid pleegt, en in sneltreintempo de “op regels gebaseerde internationale orde” sloopt die het regeerakkoord belooft te promoten.

11.11.11 en Vredesactie vragen daarom volledige transparantie, in het federale parlement, over de door minister Francken aangehaalde contractuele verplichtingen met de betrokken defensiebedrijven. Beide organisaties eisen ook een duidelijk engagement van de Arizona-regering om aankopen bij Israëlische defensiebedrijven on hold te zetten, deze aan een uitgebreide due diligence procedure te onderwerpen, en een moratorium in te stellen op nieuwe contracten met Israëlische defensiebedrijven.

“Een ondubbelzinnig embargo op in, uit- en doorvoer van wapens naar Israël, en een moratorium op nieuwe samenwerkingen met Israëlische defensiebedrijven is niet enkel nodig om medeplichtigheid aan genocide te voorkomen, maar is ook essentieel om rechtszekerheid te scheppen voor Belgische bedrijven”, besluit Mattijs Van den Bussche, campagnemedewerker van Vredesactie.