We varen een gevaarlijke koers: waarom België beter niet inzet op militaire innovatie

De Kamer

Sommige politici hebben vreemde ideeën over welke richting ons militair beleid uit moet. investeringen in defensie mee laten bepalen door de defensie-industrie, universiteiten gebruiken als visvijver voor defensiepersoneel? Dit versterkt enkel het militaristische model dat zegt dat meer bewapening tot vrede zal leiden.

We varen een gevaarlijke koers: waarom België beter niet inzet op militaire innovatie

Recent diende Nawal Farih, federaal parlementslid van CD&V, een voorstel van resolutie in dat de Belgische defensie-industrie nauwer wil betrekken bij strategische investeringen en innovatie. Op het eerste zicht mag het voorstel zich dan wel presenteren als een noodzakelijke stap richting interfederale samenwerking rond veiligheid, maar zoals zo vaak blijkt uit politieke acties die de investeringen in de NAVO bepleiten, gaat het wederom om een misleidende koers die vooral de belangen van de defensie-industrie dient. Vredesactie wil dan ook expliciet waarschuwen dat deze resolutie niet alleen de de oorlogseconomie bevordert, maar ook de onafhankelijkheid van universiteiten ondermijnt én publieke middelen misbruikt. Zoals we eerder vaststelden, hebben de oorlog in Oekraïne en de geopolitieke spanningen in Europa geleid tot een hernieuwde focus op defensie en veiligheid, maar wij geloven dat zulke resoluties België de verkeerde richting opsturen, en het belang van diplomatie doet vergeten. Dit voorstel versterkt enkel het militaristische model dat zegt dat meer bewapening tot vrede zal leiden.

Het voorstel van Farih roept niet alleen op om de defensie-industrie mee een sturende rol te geven bij beslissingen over investeringen voor defensie, maar ook om universiteiten als visvijver voor personeel bij defensie te gebruiken.

Preview Een selectie uit het wetsvoorstel van Nawal Farih

De defensie-industrie krijgt de controle

Het voorstel van Farih roept niet alleen op om de defensie-industrie mee een sturende rol te geven bij beslissingen over investeringen voor defensie, maar ook om universiteiten als visvijver voor personeel bij defensie te gebruiken. Via het zogenaamde DIRS (Defence, Industry and Research Strategy) zou de industrie al gegarandeerde lange-termijnsbudgetten krijgen. Maar nu wil Farih ook een interfederaal overlegorgaan waarin de defensie-industrie een prominente rol krijgt. Volgens Vredesactie gaat dit verder dan louter samenwerking: het geeft de defensie-industrie een kritieke, sturende positie bij beslissingen over investeringen en prioriteiten. Dit is problematisch omdat:

  1. Publieke middelen worden gekanaliseerd naar militaire toepassingen, vaak ten koste van burgerlijke innovatie.
  2. De industrie lange termijnbudgetten krijgt door middel van de DIRS, wat de belangen van de defensie-industrie structureel verankert in het beleid.
  3. De overheid een actieve aandeelhouder wordt in defensiebedrijven, wat vragen oproept over transparantie, democratische controle en het prioriteren van publieke middelen.

“Het is niet de taak van de overheid om winsten van de defensie-industrie veilig te stellen,” vinden Vredesacti(e)visten. “In plaats daarvan moeten we inzetten op innovatie die ten goede komt aan de samenleving.”

Dit voorstel geeft de defensie-industrie een sturende rol bij beslissingen over investeringen in defensie.

Academies als visvijver voor het leger

Een ander zorgwekkend aspect is de betrokkenheid van universiteiten en kennisinstellingen. Het voorstel promoot het zogenaamde "Triple Helix"-model, waarbij defensie, industrie en academische instellingen intensief samenwerken. Vredesactie ziet hierin een poging om universiteiten om te vormen tot wervingsplatformen voor defensie en militaire onderzoeksprojecten. Dit uit zich bijvoorbeeld in:

  • Het organiseren van competentiebeurzen, waarbij defensie zichzelf presenteert als een aantrekkelijke werkgever, en academische instellingen gebruikt om “militair-relevante profielen” aan te trekken.
  • De focus op “dual-use technologieën” (die zowel civiel als militair toepasbaar zijn), die universiteiten kan dwingen hun onderzoek te richten op militaire toepassingen, waardoor vrije, fundamentele wetenschap onder druk komt te staan.

Wij vinden dat Universiteiten plaatsen van onafhankelijke kennis en kritisch denken moeten blijven. Het is onacceptabel dat ze worden ingezet voor werving bij het leger.

Militaire investeringen gaan ten koste van vrede

Natuurlijk zijn er ook de bredere implicaties van een dergelijk beleid. De nadruk op de defensie-industrie en militaire innovatie dreigt de samenleving enkel verder te militariseren. Door publieke middelen naar militaire projecten toe te leiden, blijven andere essentiële domeinen zoals gezondheidszorg, klimaatbeleid en onderwijs ondergefinancierd.

Daarnaast is vergroot het stimuleren van wapenproductie en militarisering de spanningen op wereldniveau. Door in te zetten op militaire technologie, versterkt België het idee dat veiligheid enkel kan worden bereikt door meer bewapening. Dit is niet alleen ineffectief, maar ook gevaarlijk.

Preview Een selectie uit het voorstel van Nawal Farih

Wat zou België wel moeten doen?

In plaats van te investeren in de defensie-industrie, pleiten we voor een alternatief model:

  • Heroriënteren op civiele innovatie: Publieke middelen moeten worden gebruikt om uitdagingen zoals de klimaatcrisis en sociale ongelijkheid aan te pakken.
  • Universiteiten vrijwaren van militarisering: Academische instellingen moeten onafhankelijk blijven en zich richten op onderzoek dat de samenleving als geheel ten goede komt.
  • Transparantie en democratische controle: Beslissingen over publieke middelen mogen niet worden gedomineerd door private belangen, en al zeker niet in een sector zoals defensie.

Een keuze voor vrede, niet voor militarisering

Dit voorstel mag dan wel de indruk wekken dat het bijdraagt aan veiligheid, maar niets is minder waar. Hierdoor vallen publieke middelen ten prooi aan de defensie-industrie, gaan academische instellingen een militaire richting op en worden de mogelijkheden beperkt om te investeren in échte oplossingen voor maatschappelijke problemen.

Vredesactie roept beleidsmakers op om te kiezen voor vrede en samenwerking in plaats van militarisering. Want de wereld veiliger maken begint niet met wapens, maar met investeren in een rechtvaardige en duurzame samenleving.