Een historiek van Vredesactie (1968-2013)

handen in de lucht

1968 - 1978

Vredesactie ontstond formeel als organisatie in 1968 onder de naam ‘Internationale van oorlogstegenstanders’(IOT). Zij sloot zich aan bij de ‘War Resisters International’ (WRI). Een wereldwijd samenwerkingsverband tussen pacifisten. In de praktijk was de WRI vooral een internationale van dienstweigeraars, in de brede zin van het woord: het weigeren van militaire dienst, het weigeren van werk in wapenfabrieken, het weigeren van het betalen van defensiebelastingen,… We vinden deze accenten terug in de prille werking van de IOT: ondersteunen van dienstweigeraars, het verstrekken van informatie voor kandidaat-gewetensbezwaarden, politieke actie voor een verbetering van hun statuut, acties tegen de wapenhandel.

In 1976 komt er een herbronning: pluralistisch en radicaalpacifistisch ziet de IOT het vredeswerk als een ‘burgerinitiatief’ dat gericht is op mentaliteitswijziging en op politieke verandering. Een vredesorganisatie moet niet sektair in haar eigen cirkeltjes blijven draaien, maar moet zich enten op brede maatschappelijke stromingen. Wat later zouden we merken dat IOT hierdoor een bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de vredesbeweging als nieuwe sociale beweging.

1979 – 1989

1979 werd de aanloop tot de eerste massale acties tegen de kernbewapening. Het massa-aspect van de acties zal iedereen in de loop van de volgende jaren verbazen, ook de organisatoren. De IOT wordt de stuwende kracht achter het VAKA (Vlaams actiecomité tegen atoomwapens), een koepel van nationale organisaties en regionale groepen. Na drie grote betogingen (1979, 1981, 1983) leek niets erop te wijzen dat de regering van haar plannen om kernwapens te installeren zou afzien. De honderdduizenden vredesmanifestanten werden genegeerd. Vanuit de specifieke plaats die de IOT innam als radicaalpacifistische organisatie organiseerde ze in 1983 een actieconferentie met de vraag: ‘Hoe kan de vredesbeweging vanuit de diverse affiniteitgroepen (leerkrachten, medici, religieuzen, vakbonden, vrouwen,… voor vrede) zoeken naar nieuwe geweldloze actievormen zodat de overheid ons niet langer kan negeren? De vzw Florennade (actiehuis tegen de kruisraketten ‘op de plaats van de misdaad’) was één van de vele initiatieven die op de conferentie ontstonden. De IOT werd een katalysator, een motor om nieuwe geweldloze actievormen te ontwikkelen en vorm te geven. Als enige in Vlaanderen organiseerde IOT ‘trainingen geweldloze actie, geweldloze weerbaarheid’ waarop deze kennis kon worden doorgegeven.

De kernraketten werden, ondanks een duidelijk ‘neen’ van de bevolking, toch geplaatst. Maar de betrokkenheid van de bevolking bij het buitenlandbeleid en een defensiebeleid kon nooit meer worden teruggeschroefd. De eerste georganiseerde aanzetten tot geweldloze actievormen die dialoog ‘afdwingen’ werden opnieuw gegeven. IOT ontwikkelde de Omwapeningstrategie: Omwapenen duidt op het proces van omschakelen van louter militaire naar nieuwe verdedigingsvormen en alternatieve veiligheid. Een positieve aanpak. Van wapenindustrie naar vredeseconomie, van militaire verdediging naar sociale verdediging, van oorlogsopvoeding naar vredesopvoeding. De Omwapeningsthema’s werden de rode draad doorheen de actiecampagnes, het vormingswerk en de publicaties.

Na 1989...

IOT wordt Vredesactie: een campagneorganisatie. Met de val van de Muur lijken de klassieke Oost-West tegenstellingen te verdwijnen, de dienstplicht wordt afgeschaft, een aantal vredesorganisaties verdwijnt. Het geweld in de wereld vermindert er niet op. We krijgen een verschuiving van de klassieke interstatelijke oorlogen naar meer ‘burgeroorlogen’. De gevolgen worden zichtbaar: een steeds zwellende stroom van vluchtelingen, terroristische aanslagen, een stijgende druk op het Europees sociaaleconomisch model, het ‘militariseren’ van het buitenlands beleid,… Er tekenen zich nieuwe machtsverhoudingen en confrontaties af waarop het klassieke pacifistische antwoord ‘sociale verdediging’ geen voldoende antwoord meer biedt.

In 1991 verandert de IOT haar naam in ‘Forum voor Vredesactie’. Tijdens de jaren negentig zal het Forum voor Vredesactie, volledig tegen de tijdsgeest in, opnieuw de maatschappelijke agenda bezetten. Het ontwikkelen van een vernieuwd pacifistisch antwoord op de veranderende gewelddadige conflicten is een werk van lange adem. Toch slaagt het Forum voor Vredesactie erin om reeds enkele fundamenten van zo’n pacifistisch antwoord te vertalen in concrete campagnes. Voorbeelden hiervan zijn de campagnes rond de hoogtechnologische wapenbeurs ‘AFCEA’ die jaarlijks plaats vond in onze hoofdstad, ‘Barco, uw aandeel in de wapenhandel’, ‘Wij doen het zonder’ dat een embryonaal alternatief concretiseert voor militaire interventies, en Bomspotting. De campagnes van het Forum voor Vredesactie vertaalden moeilijke dossiers rond wapenhandel of kernwapens naar concrete feiten dicht bij de Vlaming zijn bed én toonden de mogelijkheden om daar iets aan te doen. De campagnes resulteerden in ‘kleine successen’ waaruit moed werd geput om verder te doen: door de ‘Aandeelhoudersacties’ bij het semi-overheidsbedrijf BARCO kon niet langer ontkend worden dat onze eigen Vlaamse hoogtechnologische industrie mee in de nieuwe wapenproductie was gestapt. De acties rond de AFCEA-wapenbeurs zorgden voor een resolutie aangenomen in Kamer en Senaat die wapenbeurzen ‘ongewenst’ verklaarden in België. De AFCEA wapenbeurs werd na 6 jaar campagne voeren, na een klacht van het Forum voor Vredesactie, door de douane gesloten. Het politieke lobbywerk van het Forum voor Vredesactie resulteerde in een richtlijn voor het IWT dat een verbod inhoud tot het ondersteunen van projecten betrokken in wapenproductie. Enkele jaren later zal deze richtlijn ervoor zorgen dat Vlaanderen niet mee stapt in het project voor de ontwikkeling van het nieuwe gevechtsvliegtuig de ‘Joint-Strike Fighter’.

KERNWAPENS: de campagne BOMSPOTTING

Met de campagne Bomspotting nam het Forum voor Vredesactie in 1997 opnieuw het thema van de nucleaire massavernietigingswapens ter hand. We namen de draad op waar hij eind jaren tachtig was blijven liggen met een belangrijk extra argument: de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van Den Haag van 8 juli 1996. Uit die uitspraak blijkt dat het gebruiken van en het dreigen met kernwapens onwettig is. Met andere woorden: het gebruiken en het dreigen met kernwapens is illegaal. De campagne Bomspotting werd uitgebouwd via drie luiken: een juridische invalshoek ( een nationale klachtendag tegen kernwapens, een deurwaarder naar de premier, acties van burgerlijke ongehoorzaamheid,...), een politieke invalshoek ( het Belgische parlement is het eerste parlement binnen de NAVO-landen dat een resolutie goedkeurt die de verwijdering vraagt van de kernwapens op zijn bodem), een maatschappelijke invalshoek. Met de campagne Bomspotting zette Vredesactie de kernwapens opnieuw op de politieke en maatschappelijke agenda.

De belangrijkste data van het actieluik van de campagne Bomspotting

1997: eerste burgerinspectie van de militaire basis van Kleine Brogel
1998: drie burgerinspecties van de militaire basis in Kleine Brogel
1999: eerste Bomspotting-actie: een literaire wandeling op en rond de militaire basis van Kleine Brogel
2000: acteurs nemen de handschoen over van de schrijvers
2001: meer dan 1500 mensen nemen deel aan de actie van burgerlijke ongehoorzaamheid
2002: Nationale klachtendag tegen kernwapens en meer dan 2000 deelnemers aan de bomspotting-actie in Kleine Brogel
2003: Get in SHAPE, bomspottingactie aan het militaire NAVO- hoofdkwartier in Bergen
2004: Iedereen Bomspotter, nationale klachtenactie tegen kernwapens
2005: Bomspotting XL, acties op de militaire basis van Kleine Brogel, het NAVO-hoofdkwartier in Brussel én SHAPE in Bergen
2006: 10 jaar arrest, 10 jaar verzet, herdenking van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof ivm de illegaliteit van kernwapens
2008: Duizend mensen uit 17 verschillende landen nemen deel aan de eerste internationale NATO GAME OVER.
2009: Belgische NATO GAME OVER: 1000 mensen voeren actie aan het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Ze zorgen ervoor dat de zestigste verjaardag van de NAVO niet onopgemerkt voorbijgaat.
2009: Schrijvers lanceren de campagne 'Overigens ben ik van mening dat de NAVO afgeschaft moet worden.'
2010: NU of nooit, kernwapens de wereld uit
2012: Nucleair ALARM: actievoerders hinderen een hele week lang geweldloos de NAVO-oefeningen met kernwapens op de militaire basis van Kleine Brogel.

Dankzij de volgehouden campagne is meer dan tien jaar later nucleaire ontwapening in België een breed gedragen mainstreamthema geworden. Duizenden mensen namen deel aan de Bomspotting-acties. Een grootschalig onderzoek van het Vlaamse Vredesinstituut 'Vrede in Vlaanderen' uit 2007, uitgevoerd door professor Stefaan Walgrave en de onderzoeksgroep Media, Middenveld en Politiek (M2P) van de Universiteit Antwerpen, stelt: "Toch valt op dat ook tweederde van de Vlamingen geen kernwapens duldt op Belgische bodem. Het geeft aan dat er voor de vele ‘bomspottingacties’ van Vredesactie die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden om en rond Kleine Brogel, een groot draagvlak onder de bevolking bestaat."

De campagne kende ook politieke successen. Reeds in 2005 keurde het parlement een resolutie - op basis van een door Vredesactie gemaakt ontwerp - goed waarin de terugtrekking van de kernwapens gevraagd werd. In 2007 werd bij de regeringsvorming bediscussieerd of de terugtrekking van de kernwapens in het regeerakkoord ingeschreven zou worden, maar dit haalde niet de eindversie. Internationaal was het belangrijkste knelpunt de Bush-administratie, waardoor ook de herziening van het NAVO Strategisch Concept steeds vooruitgeschoven werd om de internationale verdeeldheid niet tot uiting te laten komen.

Vanaf halfweg de jaren 2000 beginnen wereldwijd politici en (voormalige) topmilitairen in te zien dat ontwapening en de strijd tegen de verdere verspreiding van kernwapens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het voorbeeld werd gegeven in de VS door Koude Oorlog-haviken als Kissinger en Shultz. In een wereld waarin nucleaire technologie veel toegankelijker is geworden, is multilaterale controle erop belangrijker voor de eigen veiligheid dan een groot kernwapenarsenaal. Als zo'n kernwapenarsenaal de uitbouw van een sterke controle op nucleaire technologie in de weg staat, gaan zelfs oude haviken het nut van die kernwapens betwijfelen. Decennialang gold dat een kernwapenvrije wereld een mooie, maar helaas utopische droom was. Nu klinkt het dat het juist is omdat de ‘oude' kernmogendheden geen afstand kunnen doen van hun wapentuig, dat ze andere landen motiveren om er ook te verwerven.

In een opgemerkt opiniestuk in de Wall Street Journal van 4 januari 2007 braken Shultz, Perry, Kissinger en Nunn een lans voor nucleaire ontwapening. Hun initiatief kreeg navolging. In Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, Noorwegen, Polen en Frankrijk publiceerden voormalige staatslieden gelijkaardige opiniestukken. Dankzij een initiatief van Vredesactie en Pax Christi gebeurde dat ook in België met Dehaene, Claes, Verhofstadt en Michel. Met de nieuwe Obama-administratie klaarde het internationale politieke klimaat op en werd ook de herziening van het NAVO Strategisch Concept geagendeerd.

In 2010 waren er drie belangrijke momenten die beslissend waren voor de toekomst van de kernwapens. In de VS liep een herziening van de kernwapenstrategie. Op de NPT Review Conferentie werden afspraken gemaakt over de verdere uitvoering van het Non-Proliferatie Verdrag. En ook de NAVO werkte aan een nieuw Strategisch Concept. Het resultaat was ontgoochelend. Op 20 november 2010 keurden de regeringsleiders het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO goed. Daarmee stippelden ze de rol van de NAVO voor de volgende 10 jaar uit. Die toekomstvisie komt neer op het voortzetten van de oude recepten, zoals militaire interventie én dreigen met kernwapens.

Militaire interventie: Trainstopping

Wanneer België in 1999 samen met de NAVO Kosovo bombardeert, is het Forum voor Vredesactie de initiatiefnemer van een breed platform tegen de oorlog in Kosovo. De vredesbeweging wordt opnieuw een breed samenwerkingsverband tussen derde wereld-, vrouwen-, jongeren-, milieu-, arbeiders-, mensenrechtenbewegingen, ... Drie jaar later heet het samenwerkingsverband 'Platform tegen de oorlog in Irak'. Tientallen manifestaties zorgen ervoor dat de vredeswil van de Belgen niet te negeren is. Maar terwijl het duidelijk is dat een groot deel van de Belgen geen oorlog wil, ook niet met een VN-mandaat, wordt de Antwerpse haven betrokken bij de oorlogsvoorbereidingen van de troepen die in Irak willen vechten. Op het politieke niveau neemt ons land een standpunt in tegen de oorlog, in de praktijk laat onze overheid de militaire machine ongemoeid en helpt zij bij de oorlogsopbouw. Met de campagne ‘Trainstopping, zet de vrede op het spoor! ‘ zorgt het Forum voor Vredesactie dat de wapentransporten zichtbaar worden voor alle Belgen.

Januari 2003. In de Antwerpse haven arriveren duizenden treinwagons geladen met Amerikaans legermateriaal om te verschepen naar de Golf. Over de legaliteit van deze transporten kunnen serieuze vragen gesteld worden. Het geheime akkoord van 1971 tussen de VS en België is niet langer geheim. Uit de tekst blijkt dat de VS-transporten met dit verdrag niet kunnen verantwoord worden. De V.S. oorlog is volgens de Nürnberg-principes een misdaad tegen de vrede. België maakt zich hieraan medeplichtig door deze transporten zomaar over zijn grondgebied te laten gebeuren. Verplichtingen in het kader van de NAVO kunnen overigens nooit zover strekken dat misdaden tegen de vrede ongestoord plaatsvinden.

Februari 2003. Een groot deel van de Belgen wil geen oorlog in Irak. Elf mensen, ondersteund door het Forum voor Vredesactie, stoppen gedurende drie uur een trein met oorlogsmateriaal voor Irak die richting Antwerpse haven rijdt. De actie verloopt geweldloos en volgens de principes van burgerlijke ongehoorzaamheid: mensen nemen hun verantwoordelijkheid op om te verhinderen dat tanks, legertrucks, gevechtshelikopters, pantsers,… ingezet kunnen worden in een nieuwe, illegale oorlog.

Juni 2003. Onze regering belooft om de geheime militaire NAVO-akkoorden die de transporten regelen te herzien. Dit wordt na de verkiezingen ingeschreven in een nieuw regeerakkoord.

Januari 2007. Onze overheid heeft de bestaande akkoorden geïnventariseerd, bestudeerd, waarschijnlijk ook nog eens alfabetisch geklasseerd en mooi op een stapeltje gelegd, ... Van enige daadkracht hebben we niets gemerkt.

April 2007. Meer dan duizend mensen sturen een mail naar de verschillende politieke partijen met de vraag om de herziening van de NAVO-akkoorden op te nemen in hun verkiezingsprogramma, in een eventueel regeerakkoord én in de uitvoering ervan. (Meer info verkiezingsmemorandum)

November 2007. Overal in het land houden regionale bomspotting-groepen acties aan de stations en/of aan de bedrijven die geld verdienen aan de oorlog. Vredesactie lanceert de campagne NATO - game over. De herziening van de NAVO-akkoorden zijn één van de eisen uit het pakket.

Militaire interventie: NATO GAME OVER

Een militaire alliantie van een selecte club landen die wereldwijd oorlog voert, die kernwapens heeft en bereid is ze als eerste te gebruiken, is een gevaar voor de wereldvrede. 2008. Een Europese actiedag aan de NAVO in Brussel met meer dan 1000 deelnemers was het hoogtepunt van het eerste campagnejaar NATO GAME OVER. Duizend mensen uit zeventien Europese landen namen deel. De actie was wereldwijd een hoofdpunt op de nieuwszenders. 2009. Aan een tweede actiecampagne NATO GAME OVER met als belangrijkste datum de zestigste verjaardag van de NAVO in 2009 werkten twaalf regionale groepen keihard om het opnieuw tot een succes te laten uitgroeien. Ze organiseerden naast netwerken, sensibilisatie en mobilisatie, 128 activiteiten gaande van infoavonden, filmavonden, actiedagen tot benefieten.

Hoogtepunt in België werd opnieuw een actie aan de NAVO met duizend deelnemers en het culturele luik van de schrijvers 'Overigens ben ik van mening dat de NAVO afgeschaft moet worden'. Vredesactie werd een deskundige stem die gehoord werd in het parlement naar aanleiding van een hoorzitting rond de herziening van het Strategisch Concept van de NAVO. In de opbouw van een maatschappelijk draagvlak werd een kleine stap vooruit gezet. Vredesactie heeft meer plaats verworven in het publieke debat. De media-aandacht voor zestig jaar NAVO was veel groter en heeft tot meer discussie geleid dan die rond vijftig jaar NAVO. Het actieluik van de schrijvers zorgde voor het verlagen van de drempel en een duidelijke differentiëring van actiemogelijkheden rond dit thema. De campagne kreeg veel persaandacht en leidde zelfs tot inspiratie voor kwisvragen op onze nationale televisiezender.

Van Wapenhandel naar 'economy @ war' en CTRL+ALT+EU

Rond wapenhandel is vanuit verschillende invalshoeken gewerkt. Een sterke defensie-industrie maakt onze economie afhankelijk van militaire uitgaven en conflicten en heeft zo ook een invloed op het beleid. Een sterk militair-industrieel complex zet ons vast in een beleid dat zich oriënteert op militaire oplossingen. Politieke strategie is dan gericht op het verminderen van de geldstroom naar en de bewegingsruimte van die industrie, zowel op Belgisch als op Europees niveau.

Een onderdeel daarvan was de bewustmaking dat defensie-industrie niet beperkt is tot bommen en granaten, maar dat allerlei hightech ook onderdeel vormt van wapensystemen. Dit maakt dat de grotendeels civiele hoogtechnologische industrie ook op de defensiemarkt actief is. De campagnes van Vredesactie hebben ertoe geleid dat niemand nog kan ontkennen dat we ook in ons landsdeel een stevig uitgebouwde militaire industrie hebben die haar producten wereldwijd verhandelt. Via parlementaire druk en sensibiliseringsacties werkten we aan een sterke transparantie op dit vlak. De relatief hoge mate van openbaarheid die hierdoor in Vlaanderen is ontstaan, zorgt ervoor dat politici en andere stakeholders nu beter de handelsstromen van Vlaamse wapens kunnen opvolgen.

Een andere invalshoek is die van conflictpreventie. Bedoeling is dan de uitvoer van militair materiaal naar (potentiële) conflictgebieden te stoppen. Politieke strategie is hier meer gericht op het verstrengen van de exportcontrole.

We lanceerden in 2009 'Economy@War', een brede campagne die economische drijfveren achter gewapende conflicten in kaart brengt en probeert om nieuwe hefbomen te ontwikkelen om conflicten te vermijden of de gewelddadige escalatie ervan te stoppen. Conflicten worden vaak in de hand gewerkt of in stand gehouden door de activiteiten van bedrijven of het economisch beleid van de overheid. Maar in die economische linken ligt ook onze macht om in te grijpen. We kunnen ze gebruiken als hefbomen die conflicten helpen oplossen of voorkomen. Bijvoorbeeld: de illegale Israëlische nederzettingen in Bezet Palestina staan het vredesproces in de weg. Fruit, groenten en kruiden uit die nederzettingen worden op de Europese markt verkocht. Wij kunnen die handel een halt toeroepen. Dat zet een rem op de nederzettingenpolitiek en neemt een obstakel voor duurzame vrede weg. Het beste veiligheidsbeleid is een beleid dat kiest om escalerende conflicten te voorkomen. Een conflictpreventiebeleid is in de eerste plaats een beleid dat op alle vlakken rekening houdt met de gevolgen van het eigen beleid.

In brede zin betekent dit duurzame ontwikkeling, waarbij rekening gehouden wordt met de impact van het economisch beleid op de menselijke veiligheid en potentiële conflicten elders. Meer specifiek betekent dit enerzijds het ontwikkelen van de nodige instrumenten om in te grijpen op de economische dynamiek die vele gewapende conflicten mogelijk maakt en aan de gang houdt.

Anderzijds betekent dit de uitbouw van een militair-industrieel complex tegen gaan. De EU kiest vandaag voor een sterke stimulering van de Europese defensie-industrie. Dit is een foute keuze. Een Europese defensiecapaciteit biedt geen passend antwoord op humanitaire crisissen ten gevolge van gewapende conflicten. Het Europees militair-industrieel complex dat hier uitgebouwd wordt, vormt eerder een motor voor conflicten dan een oplossing ervoor. De Vlaamse, Belgische en Europese overheden moeten daarom resoluut kiezen voor het uitbouwen van een vredeseconomie. Daarom lanceert Vredesactie in 2013 de campagne CTRL+ALT+EU, geen militair Europa.

Geweldloze actie voor verandering

Vredesactie geeft al sinds de jaren tachtig trainingen rond geweldloze actie en strategie. In trainingen kan je leren hoe je op een geweldloze, maar toch standvastige, zelfzekere en effectieve wijze je stem - en die van vele anderen- in het publieke debat kan laten gelden. Naast de trainingen voor onze eigen acties en campagnes, delen we onze visie en ervaringen ook graag met andere groepen in onze samenleving die bekommerd zijn om sociale, politieke of ecologische thema's.

In de loop van 2012 steeg echter onze bezorgdheid omtrent de ruimte die er in onze samenleving nog is om geweldloos actie te voeren. Wanneer mensen in het Midden-Oosten of China in opstand komen tegen de overheid, juichen we hen toe. Als burgers hier hun stem laten horen voor een rechtvaardige wereld, voor mensenrechten of het milieu, worden ze meer en meer gecriminaliseerd en vervolgd. Nochtans zouden we blij moeten zijn dat er in deze tijden nog groepen mensen bestaan die zich het algemeen belang aantrekken en bereid zijn om daarvoor geweldloos lijf en leden in te zetten.

Elf mensen verschenen voor de rechtbank omdat ze tijdens een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid genetisch gemanipuleerde aardappelplanten uittrokken en vervingen door biologische. Ze worden beschuldigd van bendevorming. Die aanklacht impliceert dat iedereen die aan de oproep van het Field Liberation Movement gehoor heeft gegeven of aan haar activiteiten heeft deelgenomen, een misdadiger is. De boeren die deelnamen aan de boerenmarkt die toen ter plekke werd gehouden, iedereen die promotie heeft gemaakt of enige vorm van ondersteuning geleverd heeft, iedereen die een gift gedaan heeft, de artiesten die er optraden... ze zijn allemaal misdadigers. Een aanklacht als bendevorming is buiten alle proporties en komt neer op het criminaliseren van politieke actie op zich.

Deze keuze om repressief tegen actievoerders op te treden is geen alleenstaand feit. Leden van Greenpeace die vanop de 'rode loper' van een Europese top een kordatere EU-klimaatpolitiek eisten, kregen een maand gevangenisstraf met uitstel en een gezamenlijke geldboete van 11.000 euro. Zes activisten die de rechteloze toestand van de sans-papiers aankaartten door een spandoek aan het balkon te hangen van het hoofdkwartier van de Parti Socialiste, kregen een GAS-boete in hun brievenbus. Electrabel diende klacht in tegen Greenpeace wegens zware misdrijven, criminele bendevorming en aanslagen. Deze draconische beschuldigingen, die leidden tot lange en ingewikkelde processen, zijn een duidelijke vorm van intimidatie. Om nog niet te spreken van de financiële gevolgen die verbonden zijn aan dergelijke procedures - al draaiden ze in dit geval uit op een buitenvervolgingstelling of vrijspraak. Vakbondsacties worden regelmatig geconfronteerd met eenzijdige verzoekschriften, waardoor staken of actie voeren onmogelijk gemaakt wordt met zware dwangsommen en zonder dat de stem van de stakers gehoord wordt. Onze democratie is er gekomen dankzij intense sociale actie. Ze heeft sociale actie nodig om haar levend te houden en te verbeteren. Het feit dat we in een rechtstaat leven die democratische grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting erkent, wil nog niet zeggen dat daarmee iedere stem even hard doorweegt in de besluitvorming. Sommige stemmen klinken luider dan andere. En heel wat stemmen vormen hoogstens wat achtergrondruis. Door geweldloos actie te voeren kan wie niet gehoord wordt, proberen zijn stem te veroveren. De ruimte daarvoor wordt ook in een democratie zelden cadeau gedaan. Tussen een mening laten horen en een stem hebben die gehoord wordt, staan vaak wetten en praktische bezwaren.

Geweldloze actie is daarom noodzakelijk. Wie de democratie genegen is, kan zich niet neerleggen bij de voortschrijdende criminalisering van gemotiveerde burgers. Politieke acties zijn een uitnodiging tot debat. Ze vragen dan ook om middelen en de bereidheid om dat debat aan te gaan en niet om manieren om het in de kiem te smoren.

Vredesactie heeft er in 2012 voor gekozen om het maatschappelijke debat rond de noodzaak van geweldloze actie voor een democratie te bevorderen.