Eerste Europese gewetensbezwaarde vraagt politiek asiel


Het Belgisch voorzitterschap van de EU werkt stevig door aan een Europees interventieleger voor humanitaire operaties. De humanitaire inkleding neemt de bezwaren tegen het militaire apparaat niet weg. Het opzetten van een militaire interventiemacht creëert slechts de illusie dat we over een uitstekend instrument beschikken om crisissen te lijf te gaan. Europese veiligheid is geen zaak van militairen. Sinds in België het statuut van gewetensbezwaarde, samen met de legerdienst, afgeschaft is komen bezwaren ten gronde tegen het militaire apparaat niet meer rechtstreeks tot uiting. Dit betekent niet dat dergelijke bezwaren niet meer bestaan. Elders in de EU, waar de legerdienst nog wel bestaat, blijkt dat het humanitaire imago er weinig toe doet. Het Forum voor Vredesactie en Voor Moeder Aarde presenteren u vandaag de eerste ‘Europese gewetensbezwaarde’ uit Finland, Jussi Hermaja, die net in België politiek asiel aanvraagt. De eerste ‘Europese gewetensbezwaarde’ betekent hier niet de eerste gewetensbezwaarde in Europa, maar de eerste EU-burger die voor die reden hier politiek asiel vraagt en de eerste in onze ondersteuningscampagne voor gewetensbezwaarden in de nieuwe Europese context. BEZWAREN TEGEN HET MILITAIRE EUROPA Veiligheid is geen zaak van militairen. Veiligheid ontstaat slechts door de structurele oorzaken van conflicten aan te pakken. De EU heeft een enorm potentieel op vlak van geweldpreventie. De EU is een economische reus, met het grootste budget voor ontwikkelingssamenwerking en met een wereldwijde invloedrijke vertegenwoordiging. Als dat potentieel op een meer doordachte manier wordt ingezet, kan het preventief vermogen van de EU enorm toenemen. Spanningen tussen meerderheden en minderheden in een staat, kunnen in een vroeg stadium ontmijnd worden wanneer onderwijs, taal en cultuur van de minderheid verzekerd zijn, het lokaal en regionaal bestuur grotere bevoegdheden toegekend krijgt en er een ernstige politieke dialoog bestaat tussen regering en minderheid. Het antwoord op etnische spanningen is samenlevingsopbouw, interculturele contacten en dialoogbevorderende maatregelen. Het antwoord op economische achteruitgang en ongelijkheid is niet de situatie laten verrotten en escaleren om daarna militair tussen te komen, doch veeleer een verantwoorde en eerlijke handel. Het antwoord op watertekorten in het Midden Oosten of de Sahel zijn geen wapenleveringen, maar waterverdragen, irrigatie en ontziltingsinstallaties. Inmenging in conflicten moet gericht zijn op het maken van meer ruimte voor politieke oplossingen en de gewelddadige ontaarding voorkomen. Een militaire interventie komt altijd te laat: als het conflict reeds tot geweld geëscaleerd is. Ze verkleint de ruimte voor politieke oplossingen. Europa dringt dan met geweld haar visie over een oplossing op. Daarmee wordt Europa zelf een partij in het conflict en kan ze nog moeilijk een bemiddelende rol op zich nemen.Geweld wordt tot het enige, voor de hand liggende middel gemaakt waarmee een partij in het conflict zich nog politiek relevant kan maken. Het idee dat militairen inzetten voorwaardenscheppend is voor vrede later is bijgevolg een illusie. Kiezen voor een militaire opbouw is kiezen om conflicten militair aan te gaan. Het wekt in elk geval weinig vertrouwen dat de EU scheidsrechter wil zijn bij gewelddadige conflicten maar aan de andere kant zelf mee aanleiding geeft voor het ontstaan van escalerende conflicten. We denken aan armoede, schuldenlast en oneerlijke Noord-Zuidverhoudingen, maar natuurlijk ook aan wapenhandel. GEWETENBEZWAARDEN IN EEN EUROPESE CONTEXT Sinds in België het statuut van gewetensbezwaarde, samen met de legerdienst, afgeschaft is komen bezwaren ten gronde tegen het militaire apparaat niet meer rechtstreeks tot uiting. Dit betekent niet dat dergelijke bezwaren niet meer bestaan. Elders in de EU, waar de legerdienst nog wel bestaat, blijkt dat het humanitaire imago er weinig toe doet. Zo kent Finland een lange traditie van totaalweigeren, waarbij zowel legerdienst als burgerdienst geweigerd wordt. Totaalweigeraars krijgen een gevangenisstraf van 197 dagen, tenzij de persoon een getuige van Jehova is. Reden genoeg om politiek asiel aan te vragen. Tot nu toe was Finland niet betrokken in het nieuwe militaire interventionisme. Maar nu de EU haar eigen interventiemacht opzet is het Finse leger ook betrokken. Dit betekent dat Finse dienstplichtigen ook betrokken kunnen zijn in zogenaamde humanitaire operaties. Deze nieuwe ‘humanitaire’ taken hebben geen invloed op de bezwaren van dienstweigeraars. Integendeel is het aantal gewetensbezwaarden en totaalweigeraars stijgende. Jussi Hermaja, hier aanwezig, is een totaalweigeraar uit Finland. In Finland is hij veroordeeld tot 197 dagen gevangenisstraf. Op dit moment zitten 24 totaalweigeraars in de gevangenis. Jussi is lid van de Raad van Beheer van de Finse Bond van Gewetensbezwaarden. Deze organisatie is net als het Forum voor Vredesactie een onderdeel van War Resisters International, een pacifistisch netwerk dat gewetensbezwaarden ondersteund heeft sinds haar ontstaan in 1919. De Finse burgerdienst is discriminerend en straffend van aard. De legerdienst duurt 180 dagen, burgerdienst daarentegen 395 dagen. Om deze redenen adopteerde Amnesty International sinds 1999 22 gevangen gewetensbewaarden in Finland als gewetensgevangenen. Dit zijn de enige gewetensgevangenen in Europa volgens de A.I.-criteria. De behandeling is ook verschillend volgens de reden van dienstweigering: Jehovagetuigen zijn volledig vrijgesteld, anderen niet. Dit komt neer op politieke vervolging en politiek asiel moet verleend worden. Ook de Raad van Europa heeft bezwaren geuit tegen de verschillen in behandeling van gewetensbezwaarden. In een verklaring van 23 mei 2001 vroeg het voor "genuine alternative service of a clearly civilian nature, which should be neither deterrent nor punitive in character" en voor de opneming van het recht op gewetensbezwaren in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. DE JURIDISCHE ASPECTEN OP EEN RIJTJE Juridisch gaat het hier ten eerste om een vraag om politiek asiel. België is het enige land in de EU waar EU-burgers nog steeds asiel kunnen vragen. Toen het verdrag van Amsterdam in 1997 onderhandeld werd, werd ook een protocol toegevoegd waarbij de EU landen elkaar als ‘veilig land van oorsprong’ beschouwden. Dit betekent dat asielaanvragen uit deze landen worden geweigerd zonder dat naar het individuele geval wordt gekeken. België bleef uit deze regeling en stelde in een afzonderlijke verklaring dat het aanvragen op individuele basis zou blijven behandelen. Iemand uit Finland kan dus nog steeds asiel aanvragen in België. Ten tweede is de mogelijkheid om effectief politiek asiel te krijgen. Zoals boven reeds gezegd is het burgerdienst-systeem in Finland zeer discriminerend. Waar het weigeren van legerdienst normaal geen reden is om politiek asiel te krijgen kan het dit wel zijn als de behandeling van de weigering varieert naargelang de politieke motivatie. En dit is hier het geval.