De oorlog in Palestina: ruimte voor vrede vergroten


Laat Arafat uit Ramallah vertrokken zijn, het geweld is nog voor heel lang niet bezworen. De wederzijdse militarisering, de jarenlange verdrukking van de Palestijnse rechten en het ongestraft niet-toepassen van de VN-resoluties door Israël creëerden een situatie waar op korte termijn geen enkel kruid tegen gewassen is. Ook geen ‘kruit’ - sommigen pleiten nu voor een internationale militaire operatie. Maar we blijven het herhalen: dat met geweld interveniëren niets oplost; dat je betrokken partij wordt; dat je dan de wapenproductie en –handel met haar al negatieve gevolgen goedkeurt; dat er dan voor dit soort noodgevallen een snelle (EU)interventiemacht moet klaar staan, die echter ook andere belangen zal dienen buiten het mooi klinkende vredeshandhaving; dat op dit versnipperde terrein met de vele Israëlische nederzettingen en Palestijnse eilandjes een bezettingsleger overal tegelijk moet zijn; en dat wapengeweld nutteloos is om kandidaat-terroristen in huiskamers op te sporen. Evenmin als een militaire oplossing staat er een pasklaar geweldloos antwoord klaar om de aangerichte puinhoop aan te pakken. Wel zinvol zijn alle mogelijke geweldloze prikkels die kunnen helpen het klimaat te verbeteren, de politieke ruimte voor een oplossing te vergroten, te voorkomen dat het nóg erger wordt. Maatregelen waar we politici voor moeten warm krijgen en acties die we zelf kunnen ondernemen[1]. Zo doen wereldwijde petities de ronde die in Israël gevoelig liggen, zoals over het Songfestival of de Nobelprijs voor de Vrede van minister Peres. Maar voor alles moeten de Israëlische vredesbewegingen en dienstweigeraars krachtig gesteund worden. Ze moeten horen dat zovelen achter hun protest staan: in Israël groeit hun invloed en dat vergroot de ruimte voor vrede. De buitenlandse vredesactivisten die tot bij de belaagde Arafat geraakten haalden terecht de media, maar al langer trekken groepen civiele ‘waarnemers’ naar Palestina en dikwijls konden ze incidenten helpen voorkomen; voor Israël zijn ze een vredessignaal, voor de Palestijnen een hart onder de riem, en ze zouden de boodschap kunnen brengen dat èlk geweld, ook dat van de ‘martelaars’, moet eindigen. Politieke maatregelen dan. Het besef dat men voor oorlogsmisdaden straf riskeert, kan preventief werken. Na deze oorlog moeten de oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen van beide kanten dus onderzocht worden (of nu al: met een onderzoekscommissie - ook buiten Jenin) en achteraf bestraft[2]. Lààt Jenin misschien niet de massaslachtpartij op burgers zijn zoals eerst voorgesteld, er zijn daar - net als elders - onbetwistbaar zware schendingen van de mensenrechten en van het oorlogsrecht geweest. Maar het systeem van de zelfmoordacties is dat evenzeer. De VN-Commissaris voor de Mensenrechten roept op internationale waarnemers te sturen. Maar de politici blijven naar elkaar kijken. Pressie op de Belgische, Amerikaanse, Europese (de EU steunt Israël economisch) en uiteraard op de Israëlische gezagsdragers is aangewezen. Boutmans en Aelvoet gingen ter plaatse, Michel verheft al eens de stem. Maar België annuleert de aankoop van Israëlische onbemande legervliegtuigjes niet – een wapenembargo ware toch het minimum! De EU bleef schandelijk in gebreke door het associatieakkoord met Israël niet te schorsen. Zimbabwe kreeg terecht sancties op zijn bord, maar voor de handel met Israël wil men niet in eigen vlees snijden, tegen de wil in van het Europees Parlement. Onze partners uit Israël zeggen hoe gevoelig hun regering is voor wat de EU denkt en doet. Wat staat een economische boycot nog in de weg? Doet de politiek het niet, dan is het aan ons, de campagne is al gestart. Deze oorlog staat terecht op ons netvlies gebrand, maar mag Colombia, Congo, en andere brandhaarden niet laten vergeten. Overal geldt hetzelfde: geweld lost niets op, andere middelen kunnen misschien wèl het draagvlak voor vrede vergroten. Wat in dit geval moet uitmonden in een vredesconferentie op basis van de VN-resoluties en het vredesplan van de Arabische Liga, in godsnaam niet resulterend in beloftes van gelijke militaire steun aan beide kanten zoals destijds door de VS aan Egypte én Israël, wél in militaire afbouw en radicale preventie van geweldconflicten en hun oorzaken.
[1] Een overzicht met concrete actietips, adressen, geweldloze campagnes enz.: zie pag. 5 e.v. [2] Voor zoiets zal het nieuwe Internationaal Strafhof moeten dienen, maar de VS haken nu definitief af; dus zullen geviseerde ‘mindere goden’ zich er ook niet goedschiks aan willen onderwerpen. Mensenrechten schijnen in de internationale politiek alleen van belang te zijn als het in het kraam van enkele grootmachten past. Israël mag zich al jarenlang ongestraft alles permitteren, daarbij in de VN-organen geruggensteund door de VS. Dit is slechts één illustratie van de machteloosheid van VN-instellingen als de Commissie Mensenrechten. Wie zoals Mary Robinson openlijk kritiek uitoefent op het mensenrechtenbeleid van staten zoals de VS, China of Rusland krijgt het deksel op de neus.