Vrouwen in het Zwart:Feminisme en antimilitarisme

Interview met Ria Convents
Het werd een boeiend gesprek met een ‘Vrouw in het Zwart’, die zonnige herfstavond op een Leuvens caféterras. Ria Convents, een enthousiaste spraakwaterval, is moeilijk in de strakke bedding van een interview te houden. Maar uiteindelijk komen alle lijnen samen: antimilitarisme, feminisme, solidariteit…
De Vrouwendag koppelt dit jaar het ‘grote’ oorlogsgeweld aan het ‘kleine’ intrafamiliale geweld. Zien jullie als Vrouwen in het Zwart ook een verband? De link tussen oorlogsgeweld en intrafamiliaal geweld is er wel degelijk. Kijk maar naar die drie VS-soldaten die, uit Afghanistan teruggekeerd, hun vrouw vermoord hebben: aan het front word je dolgedraaid, zeker in zo’n ver land, ver weg van de camera’s en van elke controle van buitenaf: wie weet tot welke onmenselijke gedragingen die soldaten daar opgefokt werden; niet te verwonderen dat je thuis verder doordraait. En hoeveel andere feiten van b.v. mishandeling door teruggekeerde soldaten hebben nièt het nieuws gehaald? In antimilitaristische tijdschriften las ik artikels over hoe ‘zelfs’ Amerikaanse soldaten werden opgefokt met pornofilms. De militaristische dril, de discipline, de hiërarchie, het moéten luisteren, moeten meedoen met de collega’s om niet uitgelachen te worden… en zeker ook het volkomen losgescheurd zijn van elk familiaal contact, dat misschien nog enigszins op natuurlijke wijze de zachtere waarden zou kunnen hebben laten tellen, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een babietje… dat alles kàn niet anders dan zware negatieve sporen nalaten. Het militarisme is gewelddadig en bevordert nog méér geweld. Juist. Daarom zijn vredesbewegingen zoals New Profile en de Vrouwen in het Zwart in de sterk gemilitariseerde Israëlische samenleving zo belangrijk. Zij eisen niet meer of minder dan de demilitarisering, de ‘civil-ization’ van Israël, omdat ze terecht inzien waar de bron van het kwaad ligt. Al jarenlang klagen zij aan hoe door de militarisering ook het geweld binnen gezinnen en op vrouwen enorm toeneemt. Conflicten los je namelijk op met geweld, dat schijnt de norm te zijn. Basiswaarden zoals respect en solidariteit, verzinken in het niets. Hetzelfde geldt voor de Palestijnse kinderen. Al bij de eerste Intifada was ik op bezoek in de bezette gebieden. Vrouwen zegden me: “Wat moeten we doen? Natuurlijk hebben wij vandaag schrik als onze kinderen met stenen gooien naar de bezetter, maar vooral: hoe moet dat later verder gaan? Wat leren onze kinderen? Een conflict, niet akkoord met een situatie? Dan is stenen gooien hèt middel. Maar anderzijds: wat kunnen we ze wél aanbieden, wat voor hoop, welk voorbeeld, welke toekomst kunnen we ze voorspiegelen? Niets! Dus kan je ze niet tegenhouden. Hoe zullen ze ooit kunnen uitgroeien tot normale volwassenen?”. En ondertussen, met de tweede Intifada, is alles nog veel erger geworden. De Israëlische Vrouwen in het Zwart hebben dat ook allemaal goed gedocumenteerd en geanalyseerd in allerlei workshops e.d., en deden voorstellen en reikten middelen aan om de oorzaken aan te pakken. Ze doen dus – al vijftien jaar lang - heel wat méér dan hun gekende wekelijkse vredeswakes, in stilte en in het zwart gekleed. Ook de Vrouwen in het Zwart van Belgrado zijn erg veel bezig met conferenties, studiedagen, solidariteitsacties, enz. Ja, ook in Belgrado zie je dat. Ook daar richten ze workshops in om vrouwen meer inzicht in geweld en de oorzaken ervan bij te brengen, want weet je, vrouwen zijn uiteraard óók maar het product van hun samenleving. Ook wij zijn gesocialiseerd om mee te draaien in molens van burenruzies, schreeuwen naar elkaar, afgunst, … vrouwen zijn niet van nature ‘beter’ dan mannen. Er zijn anderzijds volgens mij wel duidelijke verschillen. Er is de sociale culturele factor dat wij meer gesocialiseerd zijn om de vrede in het huisgezin in het midden te houden, en er is het feit dat moeders kinderen op de wereld gezet hebben, en die band, die nabijheid, is anders. Als jongens in een oorlog sneuvelen, hebben die allemaal een moeder… Totaal niet akkoord, ofwel moet je mij (als man) ook maar meteen een moeder noemen. Ik weet dat er individuele mannen zijn die zichzelf omgevormd hebben, die zich niet bereid hebben getoond om de sociale rol die van hen verwacht wordt braafjes op te nemen. Maar geef toe dat het gros van de mannen zo niét is, en dat het gros van de vrouwen wèl moederkloeken zijn die op hun kroost waken, in conflicten zullen ze méér beschermend optreden dan de doorsnee man. Ruzie? De man zal eerder erop meppen, de vrouw eerder bemiddelen. Gelukkig is daar in onze streken dankzij de feministische beweging en de emancipatie de jongste decennia verbetering in gekomen. De ‘nieuwe man’ denkt hierover na en probeert het anders te doen. Maar toch, kijk eens goed om je heen: overal heeft de man het nog altijd en overal voor het zeggen! En conflicten blijven overal vooral met geweld geregeld worden. Noem mij één andere samenleving waar dat anders gebeurt! Heu… Wel voilà. En dat is al tienduizend jaar zo: dat patriarchaal, hiërarchisch systeem, waarin de ene klasse de andere onderdrukt maar waar ook een tweede onderdrukkende tegenstelling is: man-vrouw. Dat is ook de feministische stelling van Vrouwen in het Zwart. Kom op de Vrouwendag maar eens luisteren naar de Israëlische Debby Lerman en Jihan Anastas uit Palestina! Zij zullen dat nog veel krachtiger uitdrukken dan ik! Zeker in de drie grote monotheïstische godsdiensten, christendom, islam en jodendom, hebben de vrouwen en zeker de kinderen geen rechten, de mannen hebben het voor het zeggen. En nochtans heeft ook de vrouw een enorme macht: zij geeft leven, de man kan dat niet. Die macht is echter door de eeuwen heen door de man maatschappelijk beknot geworden. De radicale vredesbeweging ijvert al van oudsher voor een omverwerping van dat patroon. Hoe plaatsen we daar de hedendaagse vrouwenvredesbeweging in, zoals de Vrouwen in het Zwart? De Vrouwen in het Zwart bestaan al van 1988 in Israël, vandaar is het al snel overgewaaid naar Italië en in 1991 naar Belgrado, in voormalig Joegoslavië. In 1993 is de beweging verder uitgezaaid naar de hele westerse wereld. Momenteel zijn er rond de 130 groepen. Wat zo typisch en uniek is, is ons gemeenschappelijk actiemiddel: een uurtje per week, in het zwart gekleed, in stilte ergens gaan staan met slogans waar de hele groep zich achter kan scharen. Eén centrale slogan, bijvoorbeeld bij de groep in Jeruzalem: ‘stop de bezetting’. Ook zelfs rechts georiënteerde vrouwen deden of doen daaraan mee, omdat ze het samen met de politiek andersdenkende leden spuugzat zijn dat hun zonen in gevaar zijn of omkomen door het Israëlisch-Palestijns conflict. Terwijl in een andere, meer progressieve stad als Haifa de vrouwen al heel vroeg samen achter de toen zeer revolutionaire eis ‘twee volkeren, twee naties’ konden staan. Eind jaren tachtig was dat: moedig hoor, lang voor de akkoorden van Oslo, daar kreeg je toen scheldwoorden en eieren voor naar je kop gegooid. Kortom, het bindmiddel is het actiemodel. Maar waarom moet het dan specifiek een vrouwen-vredesbeweging zijn? Dat is het hem nu juist: mannen hebben alle tijd van de wereld om urenlang te vergaderen en te discussiëren over punten en komma’s, vrouwen hebben daar geen tijd voor omdat ze gesocialiseerd zijn voor een dubbele taak, ze moeten op tijd voor eten zorgen, de kinderen van school halen, enz. Vrouwen zijn noodgedwongen pragmatischer ingesteld wegens tijdsgebrek, en dan is dit eenvoudige, goed te plannen actiemodel perfect geschikt. En het vormt ook een minder riskante vorm van actievoeren, want met kinderen thuis kan de vrouw zich minder risico’s permitteren. Herinner jij je nog ‘de drie Leuvense vrouwen’ die in 1985 werden opgepakt voor het spuiten van antimilitaristische slogans op het justitiegebouw? Een maand voorhechtenis, dat was een drama voor een van hen, die thuis drie kleine kinderen had rondlopen – wat nog aanleiding is geweest voor een andere wetgeving op de voorlopige hechtenis! Dit illustreert dat het voor de gemiddelde vrouw niet zo eenvoudig is om grote risico’s te nemen. Vrouwen hebben snelle actievormen nodig die ze ‘tussen de soep en de patatten’ kunnen ondernemen. Dit actiemodel is dus magnifiek geschikt, en het kan ook na maandenlang stil te liggen op een-twee-drie terug opgepakt worden n.a.v. de noodzaak van de actualiteit. Daarnaast denk ik nog aan iets, wat ik me nog herinner van de acties tegen de atoomraketten in Florennes: de ordediensten (militairen of politie) reageren ànders tegenover vrouwen dan tegenover mannen. Het schijnt voor hen moeilijker aanneembaar dat julllie, mannen, zich bij zo’n actie pacifistisch-geweldloos zullen gedragen, dat past niet in hun verwachtingspatroon. Tegelijk hebben mannelijke actievoerders het moeilijker dan vrouwen om niet gewelddadig te reageren tegen politiegeweld. Vrouwen in het Zwart: bestaat dat ook in België? In 1993 zijn we begonnen met acties in verschillende steden om te protesteren tegen de oorlog in voormalig Joegoslavië: Servië, Bosnië, Kroatië… Het initiatief was trouwens ontstaan op de Vrouwendag van dat jaar, als resultaat van contacten van vrouwen met de beweging van Vrouwen in het Zwart in Servië. Eerst stonden we wekelijks in Brussel, aan het gebouw van de Europese Commissie. In maart 1994 begonnen we ook hier in Leuven met een groep, die tot en met de Dayton akkoorden wekelijks een wake hield. Later is dat ook nog uitgezaaid naar Herentals, Brugge, Gent, en Antwerpen. Na Dayton lag de zaak stil, maar onze Leuvense groep stond er weer opnieuw ten tijde van de bombardementen in 1999 in Belgrado. De volle twee maanden van de bombardementen, elke week opnieuw: actie. “Vrouwen in het Zwart, in woede en verdriet, tegen oorlog en geweld”: dat is al die tijd onze vaste slogan geweest, uiteraard telkens aangevuld met uit te delen pamfletten om duidelijk te maken waar onze actie concreet rond draaide. Momenteel is vooral de Brusselse groep nog altijd erg actief, voornamelijk met hulpacties en concrete solidariteit voor asielzoeksters. In b.v. Israël en Belgrado organiseren de Vrouwen in het Zwart, naast de wekelijkse vredeswakes, ook workshops, studiemomenten e.d. Ook in België? Heel belangrijk zijn bijvoorbeeld perscontacten en ontmoetingen of conferenties met b.v. vrouwen uit Afghanistan die ginder ter plaatse niét kunnen samenkomen, maar elkaar hier wél kunnen treffen (georganiseerd door Europarlementslid en Vrouw in het Zwart Morgantini), of gelegenheden tot workshops zoals op de Vrouwendag… om vrouwen te blijven duidelijk maken dat er andere middelen zijn dan geweld, om conflicten te regelen. Heel belangrijk en ook typerend voor onze werking als Vrouwen in het Zwart is onze netwerking. Internet of geen internet, we hebben ook alle telefoon- en faxnummers, en er zijn ook de vele internationale conferenties, voor àls er iets gebeurt: wij kènnen mekaar, in vriendschappen, dat contact is blijvend en vormt een basis om zeer snel in gang te schieten. Terwijl iedereen zelf in zijn eigen samenleving aan de weg timmert: b.v. de Israëlische vrouwen die tegen het joodse fundamentalisme ingaan, maar dan weer regelmatig met Palestijnse vredesvrouwen samenkomen om ideeën en teksten uit te wisselen. Dat is ook zo typisch aan Vrouwen in het Zwart, en dat spreekt ook mij zo aan: geen plechtige verklaringen over wat ‘het regime’ of de andere partij zou moeten doen, ook geen neerbuigende liefdadigheid, maar wel om te beginnen vegen voor eigen deur, bij het eigen volk orde op zaken proberen te stellen of de schuld erkennen als onderdrukkende partij – zowel in Israël als in Servië heb ik voorbeelden daarvan gehoord en gezien. Belangrijk zijn toch ook de contacten ‘over de grens heen’, met de andere die van ons verschilt, met ‘de vijand’? Contact, solidariteit, humanitair werk, conferenties die een beter begrip bevorderen met de mensen in verschillende conflictzones van het land, en altijd kiezen voor het multiculturele aspect i.p.v. mee op te gaan in het etnische ras-issue – dat zijn allemaal zaken die op de agenda van de Vrouwen in het Zwart staan. Belangrijk is voor ons de principiële ‘weg van het verschil’: erkennen dat er niet één waarheid is, dat we allemaal verschillen. Het onderlinge verschil en de angst die daaruit voortkomt, wordt door extremisten uitgebuit, en hier bij ons moeten we het niet te ver gaan zoeken. ‘Wij zijn juist, zij zijn fout’, we scharen ons achter één gemakkelijke waarheid – die van b.v. het Vlaams Blok of van de fundamentalistische islam. Nee. We moeten met onze verschillen leren omgaan. De feministische analyse van Vrouwen in het Zwart zegt: wij zijn allemaal verschillend. Dus komen we niet altijd overeen, we verschillen dikwijls onderling van mening. Er zijn ‘aanvaardbare’ verschillen. Conflicten horen bij het samenleven en we moeten er mee leren omgaan, het absolute eigen gelijk bestààt niet. Wat minder arrogantie, pretentie en zelfgenoegzaamheid (waar wij zelf als westerse middenklasse toch zo goed in zijn), zou al heel wat oplossen. En in die verschillen moeten we toch zoeken naar het gemeenschappelijke – zoals in Israël: stop de bezetting. Maar daar, net als op andere plaatsen waar het conflict hoog scoort, horen vredesvrouwen beledigingen zoals ‘al wat jullie nodig hebben is een goeie fuck’. Hetzelfde in Belgrado: ‘jullie zijn allemaal gefrustreerde vrouwen die niet aan jullie trekken komen’. Dàt is de manier waarop de man gesocialiseerd is om met zijn eigen onzekerheid om te gaan. En verder hanteren we als Vrouwen in het Zwart als belangrijke principes: transnationalisme, strijden tegen nationalistische en etnische opdeling, tegen vrouwen- en homo-onderdrukking, de ‘step out of the kitchen’ (opkomen tegen de klassieke socialisering dat je als vrouw thuishoort aan de haard), de noodzaak van steungroepen, netwerken en solidariteitsmissies en luisteren naar elkaar zonder oordeel. Maar ook: ageren, niet braaf in je zetel blijven zitten! Okee, ik geef me over. De man is de baarlijke duivel, de vrouw zal de wereld redden? Maar nee. Kijk bijvoorbeeld naar de internationale white ribbon actie, de witte lintjesbeweging die ook op onze Vrouwendag zal aanwezig zijn: mannen die erkennen wat ‘de man’ aandoet aan vrouwen en kinderen – niet individueel natuurlijk, maar als sekse. En de vrouw moet ook naar zichzelf durven kijken: ook wij kunnen verbaal het hoge woord voeren, we moeten zelf leren – ook binnen het feminisme - met onze onderlinge verschillen om te gaan, er is de klassieke nijd en jaloezie onder vrouwen, de roddel en achterklap… gesocialiseerd als we zijn door het patriarchaat, dat aldus de verdeel-en-heers tactiek toepast. Ook de vrouwen hebben nog een lange weg te gaan!