Europa: uw geld voor de defensie-industrie en de Israëlische bezettingspolitiek?

Als onderdeel van haar economische politiek geeft de Europese Unie subsidies voor research. De Europese researchprogramma’s zijn louter civiel en niet militair, althans zo zou het moeten zijn. Ze hebben echter bedenkelijke kantjes. Zo blijkt het veiligheidsprogramma tersluiks een subsidiekanaal voor de defensie-industrie. Sterker nog: het EU researchbeleid is een financieringsbron voor de Israëlische bezettingspolitiek.
Timmeren aan een Europees Militair-Industrieel Complex De bedoeling van de EU researchsubsidiepolitiek is de Europese industrie competitiever maken op de wereldmarkt. Deze doelstelling schuift de EU sinds enkele jaren ook naar voren voor de defensie-industrie. Maar op het militaire vlak heeft de EU vooralsnog geen bevoegdheden aangezien dit een uitzondering vormt in de bestaande Europese verdragen. Daarom heeft de EU het Europese Defensie-Agentschap opgericht. Het moet de Europese defensiepolitiek versterken door het gezamenlijk formuleren van de defensiebehoeftes en het financieren van onderzoek daarnaar. Dit Europese Defensie-Agentschap is de centrale institutie via welke het Europese militair-industrieel complex ontwikkeld wordt. Het is opgericht buiten de bestaande Europese verdragen en heeft geen toegang tot de algemene Europese budgetten. In plaats daarvan wordt het gefinancierd via afzonderlijke bijdragen door de lidstaten. Het EDA had in 2007 een budget van 22 miljoen euro, waarin naast de personeels- en functioneringskosten een budget van 5 miljoen euro voor subsidiëring van onderzoek voorzien was. Daarnaast worden in het kader van de EDA researchinvesteringsprogramma's afgesproken waaraan landen naar keuze kunnen deelnemen. De honger van de defensie-industrie is echter groter. De EDA-budgetten worden maar ad hoc toegekend en vallen ten laste van de nationale defensiebudgetten. Geld van het algemene Europese budget naar de defensie-industrie kanaliseren is dan ook een verleidelijke optie. De militarisering van het EU onderzoeksbeleid De EU researchbudgetten zijn bedoeld voor louter civiel onderzoek. Dit blijkt echter geen obstakel om geld naar de defensie-industrie te laten vloeien. Dit gebeurt door projecten te financieren die zowel een civiele als militaire doelstelling kunnen hebben. Deze evolutie zien we op de onderzoeksbudgetten voor ICT, lucht- en ruimtevaart, maar vooral in het nieuwe luik rond veiligheid. Ook hier wordt de terrorismehype gebruikt om de stelling te poneren dat de grens tussen interne en externe veiligheid vervaagt en dat er moeilijk nog een onderscheid kan gemaakt worden. Opvallend was wie de Commissie om 'onafhankelijk advies' vroeg bij de opstelling van haar beleid: de defensie-industrie. In de European Security Research Advisory Board , die dit beleid opstelde, zetelden afgevaardigden van alle grote Europese defensiegroepen: EADS, Thales, BAE Systems, Finmeccanica en andere. Vanuit de overheid zetelden meer afgevaardigden vanuit defensie, inclusief iemand van de NAVO en de EDA, dan vanuit de eigenlijke latere afnemers zoals ministeries van binnenlandse zaken en politiediensten. Dit 'onafhankelijk advies' werd zonder meer een beleidsdocument en ook de uitvoering van het beleid wordt stelselmatig uitbesteed aan de defensie-industrie. Anders gesteld: de defensie-industrie zegt wat onze veiligheidsbehoeften zijn, welke antwoorden zij daarop kan geven onder de vorm van onderzoeksprojecten èn beoordeelt zelf de projecten door 'onafhankelijke' deskundigen af te leveren. Resultaat: 1,4 miljard euro subsidies aan de defensie-industrie over 2007-2013 of jaarlijks 200 miljoen euro, alleen via dit ene onderzoeksbudget. Het Europese ruimtevaartbeleid Ook andere budgetten vertonen 'militaire vervuiling'. Naast de onderzoeksbudgetten valt hierbij het ruimtevaartbeleid op. Via het Europese ruimtevaartbeleid met een budget van meer dan 2,8 miljard euro vloeit een hoop geld naar de defensie-industrie. Van de twee dure paradepaardjes van het Europese ruimtevaartbeleid, het Galileo en het Copernicus-project, is het een publiek geheim dat ze eerst en vooral militaire doelstellingen dienen. Het civiele sausje dient vooral om ze bij de civiele budgetten onder te kunnen brengen. Galileo is het Europese antwoord op GPS, dat eigenlijk een Amerikaans militair systeem is. U gidst er uw auto mee, maar het is in de eerste plaats opgezet om gevechtsvliegtuigen en raketten te gidsen. Dat is ook de reden waarom zowel de EU als Rusland en China hun eigen systeem uitbouwen. Deze gigantische investering valt moeilijk te verantwoorden om het gratis GPS-signaal voor uw wagen te vervangen. Het Copernicusproject is de nieuwe naam voor het GMES-systeem, wat staat voor Global Monitoring for Environment and Security. Dit is een observatiesysteem via satellieten, oorspronkelijk opgezet voor milieudoelstellingen maar waarbij de militaire doelstellingen steeds belangrijker worden. Verdrag van Lissabon Dit Europese beleid is een voorafspiegeling van wat de goedkeuring van het verdrag van Lissabon zal meebrengen. In dit verdrag krijgen de sluikse militaire doelstellingen een juridische basis en vallen de bestaande schotten tussen het civiele en het militaire beleid weg. Dan staat het licht op groen voor een verdere militarisering van de EU en voor de uitbouw van een Europees militair-industrieel complex. De Ieren, die dit verdrag wegstemden omdat ze het als een bedreiging voor de Ierse neutraliteit zagen, blijken dit verdrag beter gelezen te hebben dan het gros van onze politieke opiniemakers. EU: financieringsbron voor de Israëlische bezettingspolitiek. Het EU researchprogramma voor veiligheid is ook een voorbeeld van de perverse gevolgen van het lakse beleid van de Europese Unie tegenover Israël. In haar officiële teksten roept de EU Israël op de schendingen van het internationaal recht stop te zetten. In de praktijk worden daar geen consequenties aan verbonden. Het blijft een louter retorisch beleid. Intussen bouwt de EU wel haar economische samenwerking met Israël verder uit. Sinds 1996 neemt Israël in groeiende mate deel aan de EU researchprogramma's. En we zien een steeds grotere deelname van de Israëlische defensie-industrie. Door EU onderzoeksprogramma's open te stellen voor de Israëlische industrie vloeit Europees onderzoeksgeld naar Israëlische wapenproducenten en wordt het Israëlische militair-industrieel complex ondersteund en rendabel gemaakt. Het zorgt voor een sterkere integratie van de Israëlische en de Europese defensie-industrie. Sterker nog: sommige onderzoeksprojecten helpen rechtstreeks de technologie ontwikkelen om de voortdurende schendingen van het internationaal humanitair recht mogelijk te maken. Met andere woorden, via haar researchprogramma rond veiligheid ondersteunt de Europese Unie de Israëlische nederzettingenpolitiek in de bezette gebieden en de bouw van de muur. We illustreren dit aan de hand van twee door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten, met telkens ook een Belgische connectie. 'Getest op Palestijnen' Het eerste project is het TALOS-project, wat staat voor Transportable Autonomous patrol for Land bOrder Surveillance system1. Het researchprogramma voor veiligheid moet onder meer technologie voor grensbewaking opleveren. De EU wil haar buitengrenzen beter bewaken en de defensie-industrie kan daarvoor de nodige technologie leveren. In dit geval gaat het om een onbemand voertuig. Dergelijke voertuigen moeten samen met onbemande vliegtuigen (UAV) zorgen voor de opsporing van het oversteken van de grenzen door personen of voertuigen. In dit project werken een aantal Europese bedrijven samen met één van de grootste Israëlische defensiebedrijven, Israel Aircraft Industries (IAI). De Belgische link wordt gevormd door Sonaca, het Waalse bedrijf dat steeds sterkere banden uitbouwt met IAI. Dit begon bij de bestelling van B-Hunter UAV's door het Belgische leger bij IAI, die in het kader van de compensatiepolitiek bij het Belgische Sonaca gemonteerd werden. De Israëlische defensie-industrie, met IAI op kop, heeft een grote expertise uitgebouwd op het vlak van UAV's. UAV's die met veel succes getest zijn op Palestijnen en Libanezen, zijn een gegeerd exportproduct geworden met vele Europese legers als klant, waaronder het Belgische. Voor Sonaca, een noodlijdend militair luchtvaartbedrijf in handen van het Waalse gewest, een aanleiding om in het kader van haar economische overlevingsstrategie nauwere banden met de succesvolle Israëlische defensie-industrie aan te knopen. Net zoals het eerder de Belgische excuustruus was voor de compensaties bij de Belgische legerbestellingen, is het dit als Europese partner bij de Europese researchsubsidies. Er vallen ernstige bedenkingen te uiten bij deze robotisering van onze buitengrenzen. Maar nog veel meer als men bedenkt wat grensbewaking in de Israëlische context betekent. Via dit onderzoeksproject financiert de Europese Unie rechtstreeks de uitbouw van de Muur. IAI bouwt in joint venture met Elbit, nog een Israëlische wapenproducent, reeds aan een onbemand voertuig: de Guardium2. Vorig jaar werden de eerste prototypes geleverd aan het Israëlische leger om in te zetten voor grensbewaking bij de Muur. Met deze researchsubsidie, bedoeld voor de eigen grensbewaking, financiert de EU de verdere ontwikkeling van dit soort voertuigen. Israëlische legerbronnen stellen dat deze voertuigen in een eerste stadium voorzien worden van camera's en andere sensoren, maar de Israëlische variant zal in een later stadium bewapend worden3. IAI en Elbit voorzien trouwens heel wat toepassingen. Zo werkt IAI samen met Caterpillar aan onbemande bulldozers en graafmachines voor militaire en politionele toepassingen4. Lees dit als: het verwijderen van Palestijnse huizen in het kader van de bouw van de Muur of de uitdrijvingspolitiek uit Jeruzalem, waar Palestijnen per definitie geen bouwvergunning krijgen en dus elk moment hun illegaal gebouwd huis kunnen vernield zien. Het tweede project is het iDetecT 4ALL-project5. De bedoeling is om een inbraakalarmsysteem te ontwikkelen met de nieuwste optische technieken, dat tegelijk als bewegingsdetector kan functioneren, als toegangsbadges en labels aan voorwerpen kan lezen. Officieel is dit systeem bedoeld voor de bewaking van kritische installaties zoals luchthavens. Dit verklaart dan ook de aanwezigheid van de Belgische partner LACHS. Dit is een vrachtbehandelingsbedrijf op de luchthaven van Bierset. Heel Belgisch is het niet, want het is een dochteronderneming van de Israëlische luchtvaartmaatschappij CAL, die ook een partner is in het project. Deze maatschappij brengt drie à vier keer per week via de luchthaven van Bierset voornamelijk Israëlische landbouwproducten, inclusief die uit de nederzettingen in de bezette gebieden, naar België en de buurlanden. LACHS zorgt voor de opslag en verwerking van deze goederen. Deze partners dienen echter vooral als excuus om een project van de Israelische defensie-industrie aanvaardbaar te maken. Daarbij gaat het om Azimuth Technologies en Motorola Israel. Azimuth Technologies is een puur defensiebedrijf en voor 20% eigendom van Elbit. Op zijn website beschrijft het bedrijf zichzelf als wereldspecialist in doelzoek- en vuurgeleidingssystemen en de geprefereerde leverancier van het Israëlische leger op dit vlak. Bij het goede zakennieuws vermeldt het het verkrijgen van de Europese researchsubsidie voor een project onder haar leiding, waarbij het 1 miljoen euro opstrijkt van de totaalsubsidie van 2,5 miljoen euro. Motorola Israel levert dan weer de specifieke lasertechnologie waarop dit project gebaseerd is. Het levert die ook aan 47 Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden, die het mogelijk maakt elke beweging rond de nederzetting te detecteren en erop te reageren1. Sinds 2005 zijn de meeste nederzettingen met deze technologie uitgerust. Zo kan met veel minder mankracht een gebied worden bewaakt of met dezelfde mankracht een veel groter gebied worden bezet. Met de EU researchsubsidie wordt deze technologie verder ontwikkeld. Economie als wapen Deze projecten zijn niet de enige met deelname van de Israëlische defensie-industrie. Vredesactie vond 22 door de EU gefinancierde researchprojecten met deelname van IAI terug sinds 2000. Andere projecten zijn niet zo eenvoudig aan schendingen van het internationaal humanitair recht te linken als deze twee. Maar de grote deelname van Israëlische defensiebedrijven aan de Europese researchprogramma's roept in elk geval stevige vragen op. Het komt neer op het rendabel maken van de Israëlische oorlogseconomie en zo vormt het een onrechtstreekse steun aan de Israëlische bezettingspolitiek. De EU heeft vele mogelijkheden om via economische middelen druk uit te oefenen op de Israëlische bezettingspolitiek. Nu beperkt het zich tot de obligate mensenrechtenretoriek om vervolgens verder te gaan met business as usual. Zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt leidt deze mercantiele oogkleppenpolitiek uiteindelijk tot medeplichtigheid. Vredesactie publiceerde naar aanleiding van de Vlaamse en Europese verkiezingen een memorandum. Hierin schetsen we de mogelijkheden die de EU heeft om via haar economisch beleid invloed uit te oefenen op conflicten elders. Eén logische reactie op de Israelische bezettingspolitiek is het weren van de Israelische defensie- of met de bezetting verbonden industrie uit alle EU-programma's. In het algemeen zouden bij alle subsidieprogramma's een reeks beoordelingscriteria moeten toegepast worden naar analogie van de wapenexport-criteria. En deze criteria worden best verstrengd en verduidelijkt. Voetnoten 1. /sites/default/files/TALOS.pdf 2. http://defense-update.com/products/g/guardium.htm 3. http://www.hstoday.us/content/view/891/92/ 4. http://defense-update.com/features/du-1-07/ramta_UGV.htm 5. http://www.jpost.com/servlet/Satellite?cid=1154526030992&pagename=JPost%2FJPArticle%2FShowFull http://neconference.brickriver.com/files/oFiles_Library_XZXLCZ/NEUMC_Divestment_Report_-FINAL_060407-img_PM2YX4SR.pdf (p. 50-54) 6. /sites/default/files/iDetecT_4ALL.pdf