Afghaanse vrouwen willen buitenlandse bezetters weg

- interview met Miriam Rawi -
“De terugtrekking van de internationale bezettingstroepen is de voorwaarde om tot een oplossing te komen in Afghanistan. De buitenlandse steun aan de Taliban en andere milities en fracties moet worden stopgezet en de oorlogsmisdadigers moeten worden berecht.” Dat stelt Miriam Rawi, een activiste van de Afghaanse vrouwenorganisatie RAWA (Revolutionary Association of the Woman of Afghanistan) RAWA heeft door haar politieke en humanitaire werk een grondig inzicht verworven in het effect van de militaire interventie in Afghanistan. Miriam toerde op uitnodiging van Vrede vzw een week lang door België en praatte met politici, studenten en medewerkers van organisaties om haar visie te delen. Vredesactie legde haar de argumenten voor die onze regering gebruikt om de Belgische deelname aan de militaire interventie in Afghanistan te verantwoorden.
We moeten als internationale gemeenschap onze rol durven opnemen als er mensenrechten op het spel staan. We moeten militair ingrijpen waar extremisme voet aan de grond krijgt. Een Westerse militaire aanwezigheid kan de Afghaanse vrouwen vrijheid brengen en de Afghanen bevrijden van de fundamentalistische Taliban. Miriam: “Vrouwenrechten, gezondheid en democratie hebben nooit de agenda bepaald in Afghanistan. Ons land is al decennia lang een puinhoop, maar vóór 11 september werd niet veel gerept over mensenrechten. De Taliban en andere fundamentalistische groepen werden gesteund door de VS. De situatie waarin de oorlog ons land had geduwd en de misbruiken van vrouwen werd toegedekt. Ik herinner me dat ik zelf, met gevaar voor mijn eigen leven, beelden over een standrechtelijke executie van twee vrouwen naar de kantoren van CNN en de BBC bracht. Ik wilde aan de wereld laten zien wat er in ons land gebeurde met vrouwen. Maar ik werd afgescheept met het argument dat mijn foto's niet bruikbaar waren wegens te lage beeldkwaliteit. Jaren later echter, werden onze beelden over mishandeling plotseling wél interessant. Bij de eerste invallen dropten vliegtuigen pamfletten van het Amerikaanse Ministerie van Defensie voor de plaatselijke bevolking, met de beelden van RAWA over mishandeling van vrouwen. In verschillende talen werd de vraag gesteld: 'willen jullie dit? Of willen jullie vrijheid en democratie?' Mensenrechten worden pas interessant op het moment dat ze de oorlogsmachine dienen.” Een terugtrekking van de buitenlandse troepen speelt in de kaart van de Taliban en kan de situatie van de vrouwen nog verslechteren. Miriam: “Naar mijn mening willen de VS de Taliban helemaal niet weg. Het westen speelt een dubbel spel. Ze gebruiken de Taliban wanneer ze hen kunnen gebruiken en bevechten hen als het nodig is. Fundamentalisme speelt hierin geen rol. We hebben nu al een fundamentalistisch regime. En dat wordt gesteund door de VS en andere Westerse landen. De regering van Karzai zit vol met mensen met een duister politiek verleden en regelrechte warlords. De Afghaanse bevolking leeft tussen twee vijanden; het eigen regime en de buitenlandse troepen. Vrouwelijke Amerikaanse bevelhebbers stuurden ons ooit een mail met de mededeling dat ze de vrouwen willen helpen. Ons antwoord hierop is dat de aanwezigheid van VS troepen ons op geen enkele manier helpt. Vrouwen zijn even bang van de NAVO als van de Taliban.” De situatie van de vrouwen en de algemene levensstandaard is verbeterd sinds de militaire interventie. Miriam:”Een positieve evolutie die vaak wordt aangehaald is de daling van de kraambedsterfte van 16 naar 8 per 1000. Dit cijfer, dat nog altijd ontzettend hoog is, doet niets af aan het feit dat de situatie van vrouwen globaal genomen alleen maar is verslechterd. Vrouwen profiteren niet van de bezetting, integendeel. Er zijn nog steeds veel verkrachtingen, een grote meerderheid van de vrouwen lijdt onder huiselijke geweld, er is nauwelijks toegang tot gezondheidszorg, en daarbovenop komt nu de constante dreiging van bombardementen. Als er al toegang is tot scholen, dan is het dikwijls gevaarlijk om er je kinderen naartoe te sturen. De bezetting verandert ook niets aan de armoede waaronder we gebukt gaan. Tachtig procent van de Afghanen leeft onder de armoedegrens. We krijgen bijkomende problemen doordat de hoofdstad nu bevolkt wordt door werknemers van internationale organisaties en private militaire bedrijven. Ze verdienen vele malen het meervoud van wat de Afghanen verdienen. De prijzen van huisvesting en voedsel schieten de hoogte in, wat de plaatselijke bevolking nog verder in de armoede duwt.” De militairen maken het terrein effen voor humanitair werk en reconstructie. Eerst moet er veiligheid komen, daarna kan de civiele maatschappij terug worden opgebouwd. Het leger doet dit via medewerking aan de Provincial Reconstruction Teams, waar ook ons land deel van uitmaakt. Zij leveren goed werk en worden geapprecieerd door de plaatselijke bevolking. Miriam:”De buitenlandse bezetting brengt geen veiligheid. Sinds 2007 is het conflict steeds verder uitgedeind. Het aantal aanvallen neemt toe, niet alleen aanslagen van opstandelingen, maar ook de dagelijkse bombardementen met onbemande Amerikaanse vliegtuigen zorgt voor een stijging van het aantal slachtoffers. Een groot deel van de doden van het voorbije jaar is toe te schrijven aan de buitenlandse troepenmacht. De militaire strategie creëert dus geen veilige situatie voor wederopbouw. De Provincial Reconstruction Teams zijn er vooral om de aandacht af te leiden van de oorlogsrealiteit. Een aantal reconstructieprogramma's in afgelegen gebieden bestaan bovendien enkel op papier, worden niet uitgevoerd. Bij degene die wel worden uitgevoerd kun je veel vragen stellen. De medewerkers die erbij betrokken zijn zitten op de militaire basis, afgezonderd van hun omgeving. De plaatselijke bevolking begrijpt niet wat ze doen, ze kunnen geen contact krijgen met hen. Het is voor hen ook onmogelijk om uit te maken of een soldaat daar is om oorlog te voeren of voor heropbouw. In de regio waar een militaire basis van de VS is opgebouwd, worden waterkanalen geblokkeerd door de Amerikanen waardoor velden komen droog te staan en de plaatselijke boeren gedwongen worden te vertrekken. Zonder enige vorm van compensatie verliezen ze hun enige bron van inkomsten. Dit soort praktijken maakt de PRT's nog minder geloofwaardig dan ze al zijn.” We geven opleiding aan politie en leger en bouwen een rechtssysteem op. Miriam:“Welk systeem bouw je op? Dit parlement heeft de Shi'itische familiewetgeving goedgekeurd, die een echtgenoot het recht geeft om zijn vrouw eten te onthouden als zij zijn seksuele wensen niet vervult. En ook de National Reconciliation Bill, die bepaalt dat oorlogsmisdadigers vrijuit gaan. Meewerken aan het gerechtelijke en politionele apparaat dat dit beleid uitvoert, is het onrecht bestendigen.” De buitenlandse inmenging brengt democratisering. Miriam: “Het leven onder de Taliban en andere milities is vreselijk, maar het huidige, door het Westen gesteunde regime is evengoed corrupt en autoritair. We hebben geen contact met de regering. Dat is te gevaarlijk en niet zinvol. We botsen op heel wat repressie. We moeten enorm oppassen. Op de internationale vrouwendag organiseerden we een bijeenkomst. We moesten hierbij heel snel en discreet te werk gaan. Op enkele uren tijd mobiliseerden we honderden vrouwen en mannen. De deuren van de conferentiezaal gingen onmiddellijk dicht, om een inval te vermijden. De meeting was een succes, maar achteraf werden de mensen die waren komen spreken lastiggevallen en achtervolgd. De laatste twee jaar kunnen we geen publieke activiteiten meer doen in Kaboel. We werken vooral in Pakistan. Maar ook daar is de overheid niet opgezet met onze activiteiten. We kunnen niet opereren onder de naam RAWA en kunnen onze publicaties daar niet verspreiden. We geven alfabetisering en artisanale workshops aan vrouwen met financiële steun van privé partners en onder andere namen. Actieve leden werken onder een schuilnaam. Mijn echte naam is niet Miriam Rawi en ik laat me niet herkenbaar fotograferen. Vijf van mijn dichte familieleden zijn onder de Sovjetbezetting gearresteerd en vermoedelijk vermoord. De stichtster van RAWA is in 1987 vermoord door de Pakistaanse geheime dienst. Ons werk is niet gemakkelijk. We hebben geen kantoor, zijn niet erkend als vereniging. We moeten leven van donaties. We willen geen geld aannemen van officiële instanties, omdat we dan onder druk zouden staan geen politiek standpunt in te nemen. Onze sociale doelstelling is de concrete situatie van vrouwen verbeteren, fundamenteel verbonden met de strijd voor vrouwenrechten. We hebben de term revolutionair in onze naam, en dat is niet zomaar. Eerst en vooral was de stichting van RAWA als eerste vrouwenvereniging (in 1977) op zich al revolutionair. We leven sindsdien van de ene bezetting in de andere en komen op tegen het onrecht dat hieruit voortvloeit. Alle Afghanen, en vooral de vrouwen, hebben een revolutionaire verandering nodig. De terugtrekking van de troepen is een belangrijke eerste stap hierin, een voorwaarde om een minimum aan stabiliteit te krijgen. De oorlogsmisdadigers moeten vervolgd worden, in plaats van in de regering opgenomen en vrijgepleit. Dan kan er pas echt werk worden gemaakt van wederopbouw en het afdwingen van mensenrechten. RAWA wil vooral de wantoestanden naar buiten brengen via publicaties en acties, en zoveel mogelijk mensen aanmoedigen om op te komen voor zichzelf en hun mening. RAWA is de enige Afghaanse organisatie die de misbruiken documenteert en publiceert hierover (www.rawa.org).” In de brochure AFGHANISTAN. STOP WAR (feb 2010) van het Anti-oorlogsplatform, wordt dieper ingegaan op de argumenten tegen de militaire interventie in Afghanistan. Je kunt de brochure bestellen bij Vredesactie, info@vredesactie.be