Oorlog beschermt geen mensenrechten

Vredesactie betreurt de militaire interventie in Libië. Wij verzetten ons tegen de perverse logica dat een oorlog in dienst kan staan van de mensenrechten en pleiten voor meer inzet van België en de internationale gemeenschap bij het zoeken naar en implementeren van vreedzame oplossingen voor deze complexe kwestie. Burgeroorlogen en regionale conflicten veroorzaken immens veel menselijk lijden. Bij het zien van de slachtpartijen onder de burgerbevolking, de vluchtelingenstromen, ... klinkt vaak de roep om 'iets' te doen. Omdat er niets anders de illusie wekt een snelle oplossing te brengen, wordt dan gepleit voor een militaire humanitaire interventie. Of die militaire interventies wel een oplossing bieden, is een vraag die weinig wordt gesteld. Helpt een militaire interventie om de voorwaarden te scheppen voor een vredesproces of werpt ze juist meer obstakels op?
Bij een militaire interventie neemt het belang van gewapende groepen in een conflict toe. Ze verscherpt de tegenstellingen en verkleint de ruimte voor een politieke uitweg. Door een militaire interventie wordt men een partij in het conflict en zo belanden we bij een open oorlog of guerrillabestrijding. Op deze manier leidt een interventie misschien wel tot een militaire overwinning, maar polariseert het conflict verder en is een politieke oplossing soms verder af dan daarvoor. Als verantwoording roept men dat zware mensenrechtenschendingen een snelle militaire interventie noodzakelijk maken. Maar zijn die noodsituaties niet vaak het resultaat van een langzame escalatie van een conflict dat al veel langer bestaat? Een groot deel van de Westerse landen die nu ten oorlog trekken leken tot voor kort geen enkel probleem te hebben met Khaddafi. In 2010 nog stemde ook België voor het toetreden van Libië tot de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, tot consternatie van verschillende mensenrechtenorganisaties. Volgens professor David Crane, hoofdaanklager bij het Sierra-Leone tribunaal van 2002 tot 2005, hebben landen als Groot-Brittanië, de Verenigde Staten, Canada en Nederland, en de Verenigde Naties zich in een recent verleden verzet tegen de berechting van Khaddafi wegens zijn rol in oorlogen in Sierra Leone en Liberia. Verder lijkt er een kwalitatief verschil te zijn tussen Libië en andere landen in de Arabische wereld waar volksopstanden bloedig onderdrukt worden door de dictatoriale regimes en die niet 'genieten' van dezelfde militaire 'steun'. Verschillende Westerse bedrijven onderhouden lucratieve contracten met Libië. Niet alleen in de sector die Europa en andere werelddelen voorzien van olie en gas, maar tevens de wapenhandel naar Libië was voor enkele Europese bedrijven en landen economisch zeer interessant. Een groot deel van de wapens werd geleverd door Italië, maar ook België heeft in 2009 voor 11,5 miljoen euro wapens verkocht aan Libië. Anderzijds bleek Khaddafi ook bijzonder inschikkelijk om de vluchtelingenstroom vanuit Noord-Afrika naar Europa tegen te houden, in ruil voor investeringen en Westerse technologie. Het was maar op het moment dat het voor het Westen onmogelijk werd om zonder gezichtsverlies deze dictator te steunen, dat ze hun politiek wijzigden en manu militari het land binnenvielen en hun eigen wapens begonnen te bevechten. Deze tragische periode moet voor België, Europa en het Westen een les zijn dat ons economisch handelen een rechtstreekse impact heeft op oorlog en conflict. Wij hebben onszelf in deze verschrikkelijke situatie geplaatst en als wij er niet in slagen dat in te zien en toe te geven, staan we binnen enkele jaren ongetwijfeld voor een gelijkaardig of nog groter probleem. Hier meer FOTO's over de actie tegen de interventie in Libië.