Dit opiniestuk van Elvis Peeters, schrijver en vrijwilliger bij Vredesactie, verscheen op 6 maart in De Standaard.
Hoe hypocriet kan een samenleving zijn? Al bijna vier jaar herdenken we W.O. I, een van de meest gruwelijk uitgevochten conflicten in de geschiedenis van de mensheid. Die oorlog was huiveringwekkend in zijn innovatief vermogen nieuwe manieren te ontwikkelen om de vijand te doden, waarvan het gifgas dat werd ingezet in de Vlaamse velden een ontstellend hoogtepunt vormde. Tientallen auteurs hebben daar talloze boeken, columns en artikelen aan gewijd en de boeken kenden vele lezers. De barbaarse onrechtvaardigheid van die oorlog gaf indertijd een boost aan de Vlaamse Beweging en leidde ook tot de verzuchting ‘Nooit meer oorlog’. Vandaag, een eeuw na het einde van de Eerste Wereldoorlog, wil een Vlaams-nationalistisch minister publieke investeringen in de wapenindustrie terug bon ton maken. Qua symboliek kan dat tellen.
Na W.O. I kenden we een tweede wereldoorlog en nadien droegen nog vele Belgische regeringen bij aan allerhande oorlogen in Afrika, het Midden-Oosten en de Balkan. Toch was er ook licht in de duisternis. In de jaren ’90 van vorige eeuw nam de Vlaamse regering de moedige, ethische beslissing om geen Vlaamse overheidssteun te geven aan militair onderzoek, de zogenaamde IWT-richtlijn. De richtlijn verbiedt niet het onderzoek, maar sluit belastinggeld voor wapenprojecten uit.
Uiteraard is die richtlijn een doorn in het oog van de wapenindustrie. Enkele weken geleden pleitte Agoria, de Vlaamse sectorfederatie van de defensie-industrie, op Radio 1 voor de afschaffing ervan. De reactie van bevoegd minister Muyters kwam ontluisterend snel. Diezelfde dag nog kondigde hij aan om het twintig jaar oude verbod te willen herzien. Minister Muyters vroeg daarvoor een advies aan de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO), die tegen 8 maart een antwoord moet geven. Aan het Vlaamse Vredesinstituut, nochtans een instelling die verbonden is aan het Vlaams Parlement, en in deze materie niet onkundig, vroeg hij geen advies. In 2008 reeds maakte het Vlaams Vredesinstituut op initiatief van het Vlaams Parlement een studie naar de macro-economische impact van investeringen in onderzoek en ontwikkeling die de defensie-industrie ten goede komen. De conclusie van die studie luidt dat er weinig aanwijzingen zijn voor een beduidend positief effect van militaire onderzoeken en ontwikkeling op de economie. Zelfs geen economische reden dus om de richtlijn te wijzigen.
Toch wil Agoria dat Vlaanderen mee stapt in een oorlogseconomie die geen antwoord biedt op de veiligheidsuitdagingen waarmee we vandaag geconfronteerd worden. De ongebreidelde wapenexport naar het Midden-Oosten heeft geleid tot rampzalige gevolgen. Veiligheid? Vraag dat aan de Jemeni die een ‘hoogtechnologische’ bom op zijn hoofd krijgt.
De kwestie is dringend. De druk van de wapenlobby blijkt groot. Als schrijver is het mij onmogelijk daar nog gauw een roman aan te wijden, dat vergt tijd, en dan is het te laat. Ik kan in deze zaak mijn pen slechts gebruiken om daar in een column op te wijzen.
Een overheid dient keuzes te maken. Alleen al omdat de budgetten waarmee ze werkt beperkt zijn. Ook de budgetten voor onderzoek, die minister Muyters beheert. Ofwel besteedt de overheid geld aan onderzoek dat mogelijk onze levenskwaliteit verhoogt, zoals naar kanker of duurzame klimaatoplossingen, ofwel investeert ze ook in onderzoek naar wapentuig dat de kwaliteit van het doden verhoogt.
Dat is, of ze wil of niet, een ethische opdracht. Die laat je niet aan lobbygroepen over. Als overheid maak je keuzes in naam van de samenleving. De IWT-richtlijn betekende een ethische keuze tegen een industrie van de dood. Die nu herroepen, haalt het laatste greintje geloofwaardigheid onderuit van wie beweert uit een beweging te stammen die gesterkt werd met de gedachte Nooit meer oorlog. Wil minister Muyters het zover drijven?