Challenge Airlines - Een Logistieke Aanvoerketen voor Genocide

Dossier:

Challenge Airlines:
Een Logistieke Aanvoerketen voor Genocide

Sinds het nieuwe Israëlische offensief in Gaza probeert Vredesactie actief de wapentoevoer naar Israël stil te leggen, en we boekten we hiervoor ook al enkele successen. Samen met Amnesty International, de Ligue des Droits Humains en CNAPD slaagden we er bijvoorbeeld in om de Belgische uitvoervergunning van buskruit naar Israël ter waarde van 50 miljoen euro te laten schorsen. Vredesacti(e)visten brachten ook de doorvoer van munitie door de Israëlische rederij ZIM via de haven van Antwerpen tot stilstand, onder meer door massaal klacht neer te leggen en een gerechtelijk onderzoek te openen. Hierbij sloten een hele reeks organisaties zich aan, zoals 11.11.11, Oxfam en Broederlijk Delen. Vervolgens brachten we de doorvoer van militaire goederen via de Luikse luchthaven van Bierset naar Israël aan het licht, en konden we zowel het Waalse gewest als de federale minister van mobiliteit onder druk zetten om die doorvoer stil te leggen. Die transporten waren het werk van de Belgisch-Israëlische luchtvaartmaatschappij Challenge Airlines, die gevestigd is op de luchthaven van Bierset. Het bedrijf speelt echter nog steeds een belangrijke rol in de aanvoerketen voor het Israëlische geweld. Zo voorzien ze zowel de toevoer van wapens naar Israël als de uitvoer van producten uit Israëlische nederzettingen in bezette Palestijnse gebieden. Vredesactie presenteert daarom dit uitgebreide dossier waarin we de activiteiten van Challenge Airlines documenteren.

Een Boeing 747 van Challenge Airlines

1. Challenge Airlines – de Levenslijn van de Bezetting

De oorsprong van Challenge Airlines ligt in de sleutelrol die het speelt in de logistieke infrastructuur van de bezetting. Challenge Airlines werd actief in mei 2019, maar heeft haar wortels in Cargo Airlines (CAL). CAL was een Israëlische vliegtuigmaatschappij gespecialiseerd in het transport van landbouwproducten naar Europa. Dat deden ze in nauwe samenwerking met het Israëlische exportbedrijf Agrexco, dat de export van landbouwproducten uit verschillende landbouwbedrijven in Israël bundelde. Agrexco was voor de helft in handen van de overheid en van een samenwerkingsverband van Israëlische landbouwcoöperaties. Daaronder vielen tal van nederzettingen uit bezette gebieden die instonden voor het grootste deel van de uitvoer. Volgens een verklaring van de directeur van Agrexco-Carmel in 2006 kwam zowat 70% van de export van Agrexco uit die bezette gebieden.1

CAL vestigde zich als een van de eerste vervoersmaatschappijen op de luchthaven van Bierset in 1996. Dit in samenwerking met Agrexco, dat er een pakhuis met koelinstallaties bouwde voor verse landbouwproducten en het onderbracht in de vennootschap LACHS (Liège Air Cargo Handling Services). Al snel werd dit een van de belangrijkste distributiekanalen van Israëlische landbouwproducten in België en Nederland.

In 2008 werd Agrexco volledig geprivatiseerd en begon het aan een sterk schuldgedreven groei, om zich vervolgens tijdens de bankencrisis te verslikken in diezelfde schulden. In 2011 ging het daardoor failliet. Ondertussen had CAL in 2006 LACHS volledig verworven en nam het een groot deel van de Belgische operationele activiteiten van Agrexco over.

De Challenge Group van vandaag omvat 3 vennootschappen die vliegtuigen uitbaten en als Air Operator Controller vergund zijn: Challenge Airlines IL in Israël, Challenge Airlines BE in België en Challenge Airlines MT in Malta. Daarnaast omvat het een commerciële afdeling (Challenge Air Cargo, met zetel in Malta), een leasing-vennootschap voor vliegtuigen en onderdelen (Challenge Aviation, met een bijkomende holdingstructuur gevestigd in Malta en enkele dochterbedrijven) en een technische onderhoudsafdeling (Challenge Technic, gevestigd in IJsland met bijkomende vennootschappen in Malta en Duitsland). Tenslotte omvat de groep de voormalige Agrexco-activiteiten: Challenge Handling (het vroegere LACHS) en Challenge Logistics, dat transport per truck organiseert in Europa en de VS. De overkoepelende holdingmaatschappij van de Challenge Group is ook in Malta gevestigd.

Ondanks deze ingewikkelde groepsstructuur bevindt het centrum van hun activiteit zich in Bierset, dat als hub functioneert en waar het grootste deel van het personeel tewerkgesteld is (750 van de 900 personeelsleden). Momenteel heeft de Challenge Group 9 vliegtuigen in gebruik: 5 Boeings 747-400F en 4 Boeings 767-300F, verdeeld over de 3 luchtvaartvennootschappen, en dus onder 3 vlaggen.

De Challenge Group staat dus nog steeds in voor een groot deel van de invoer van landbouwproducten (groenten, fruit en bloemen) die geteeld worden in Israëlische nederzettingen in bezet gebied. Voor concrete producten zijn er doorheen de jaren wel wat verschuivingen geweest tussen Nederland, waar producten aangevoerd worden door ZIM in Rotterdam, en België, waar Bierset het belangrijkste invoerpunt voor verse producten is. Zo schoof de import van citrusvruchten en dadels bijvoorbeeld deels richting Nederland, terwijl België het belangrijkste invoerpunt werd voor bloemen uit Israël (goed voor wel 60% van de bloemen-import in de EU). In beide richtingen is de uiteindelijke bestemming steeds de markt in de hele Benelux of zelfs breder dan dat.

Een Boeing 747 van Challenge Airlines wordt geladen

De Kolonisatie van Palestina als Schending van het Internationaal Recht

De Israëlische nederzettingen in bezet gebied worden in talrijke VN resoluties en in verschillende Advisory Opinions van het Internationaal Gerechtshof bestempeld als in strijd met het internationaal recht. “Bezet gebied” is dan het gebied dat Israël sinds de ‘Zesdaagse Oorlog’ van 1967 bezet houdt. De VN Veiligheidsraad nam op 22 november 1967 resolutie 242 (1967) aan, waarin het de ontoelaatbaarheid benadrukte van het verwerven van territorium door oorlog en de terugtrekking vroeg van Israëlische strijdkrachten uit de “gebieden bezet in het recente conflict”. Eveneens veroordeelde de VN Veiligheidsraad in resoluties 252 (1968), 267 (1969) en 298 (1971), op basis van dit principe, de juridische en administratieve maatregelen genomen door Israël om het statuut van (het bezette deel) van Jeruzalem te wijzigen, waaronder de inbeslagname van huizen en grond en het verplaatsen van bevolking. In verschillende andere resoluties (onder meer de resoluties 446, 452, 465, 471 en 476 uit 1979-1980, toen deze nederzettingenpolitiek sterk opgedreven werd) heeft de VN Veiligheidsraad de kolonisatiepolitiek, inclusief het vestigen van nederzettingen voor Israëlische burgers, veroordeeld als een schending van de 4e Conventie van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd. Deze principes zijn sindsdien veelvuldig herbevestigd in talrijke resoluties van zowel de VN Veiligheidsraad als de VN Algemene vergadering.

Het Internationaal Gerechtshof heeft die principes opnieuw bevestigd in haar Advisory Opinion van 19 juli 2024 en uiteengezet wat de gevolgen zijn voor de nederzettingen die Israël sinds 1967 vestigde. Israël is als bezettende overheid gebonden door haar verplichtingen onder de 4e Conventie van Genève en de internationale mensenrechtenverdragen en moet de rechten van de Palestijnse inwoners die daaruit voortvloeien respecteren. Net als in het eerdere Advies van 9 juli 2004 over de Muur, kwalificeert het Hof de nederzettingenpolitiek als een schending van artikel 49 van de 4e Conventie van Genève2 dat de bezettende mogendheid verbiedt om delen van zijn eigen bevolking over te brengen naar het gebied dat het bezet. Het Hof wijst er ook op dat die nederzettingenpolitiek gepaard ging met de inbeslagname van land ten voordele van die nederzettingen. Ondertussen staan er van die nederzettingen in meer dan een derde van alle bezette gebieden. Deze inbeslagnames zijn in strijd met het Haagse Landoorlogsreglement uit 1907.3 Het Hof trekt eveneens dezelfde conclusie voor de wijze waarop Israël als bezettende entiteit de watervoorraden beheert en monopoliseert ten voordele van deze nederzettingen. Hierdoor werd de beschikbare landbouwgrond voor Palestijnse inwoners in 2010 gereduceerd tot 40% vergeleken met 1980. Wat ook als schending van artikel 49 van de 4e Conventie van Genève gekwalificeerd wordt is het verdrijven van Palestijnse inwoners van hun woonplaats en hen onder druk zetten om de bezette gebieden te verlaten door hen bestaansmiddelen te ontzeggen. Hetzelfde artikel verbiedt ook de gedwongen overbrenging of deportatie uit het bezette gebied, net als de gedwongen evacuatie van een bezette streek tenzij noodzakelijk voor de veiligheid van de bevolking of uit dwingende militaire redenen, en steeds tijdelijk tot de vijandelijkheden beëindigd zijn. Deze schendingen van het oorlogsrecht zijn nauw verweven met de nederzettingen.

Bovendien laat Israël geweldpleging door kolonisten tegen Palestijnse inwoners ongestraft toe en treedt het disproportioneel gewelddadig op tegen demonstraties van diezelfde inwoners. Het Hof kwalificeert ook deze feiten als inbreuken op het recht op leven en de bescherming tegen geweld uit het Haagse en Geneefse oorlogsrecht en in de mensenrechtenverdragen. Verder beschouwt het Hof de verschillende juridische en administratieve behandeling voortvloeiend uit de nederzettingen- en bezettingspolitiek van de Palestijnse inwoners enerzijds en Joodse kolonisten met Israëlische of een andere nationaliteit anderzijds als een systematische discriminatie in strijd met de mensenrechtenverdragen, en noemt het zelfs een inbreuk op het verbod op segregatie en apartheid.

Het Hof kwalificeert het geheel van deze handelingen ook als een annexatie, die een schending inhoudt van het verbod in het internationaal recht op het gebruik van geweld om territorium te verwerven, en als een inbreuk op het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen. Bijgevolg is de voortdurende bezetting en de controle die het sinds 2005 uit bleef uitoefenen over Gaza volkomen illegaal. Het Internationaal Gerechtshof beschouwt de bezetting dan ook als een onrechtmatige daad die op basis van het internationaal recht de aansprakelijkheid meebrengt van Israël. Dit moet de nederzettingenpolitiek beëindigen, alle wetgeving en maatregelen gericht op het instandhouden van de bezetting intrekken, en zorgen voor een volledig herstel van de schade aan alle betrokken natuurlijke of rechtspersonen. Dit houdt onder meer in: de teruggave van in beslag genomen land en eigendommen, de evacuatie van kolonisten, en het zorgen voor compensatie voor schade die niet meer herstelbaar is.

Voor andere landen brengt deze kwalificatie als internationaalrechtelijke onrechtmatige daad de verplichting mee om de situatie die voortkomt uit die illegale bezetting als illegaal te erkennen en geen enkele hulp of assistentie te verlenen aan de instandhouding ervan, inclusief het ondernemen van de nodige stappen ter preventie van handelsrelaties die aan die instandhouding bijdragen.

Vanuit dit perspectief kunnen we stellen dat de landbouwproducten uit de Israëlische nederzettingen in bezet gebied synoniem zijn aan opbrengsten van overtredingen van het internationaal recht. Het Internationaal Gerechtshof ging niet in op de strafrechtelijke kwalificatie van de genoemde schendingen van het oorlogsrecht, maar het overbrengen van de eigen bevolking naar bezet gebied, het confiskeren van grond of natuurlijke hulpbronnen, of het verdrijven van de lokale bevolking zijn allemaal vormen van oorlogsmisdaden. Bovendien is het op de markt brengen van de opbrengsten van deze overtredingen een vorm van heling, en kan het ook feit dat deze winsten nauw verbonden zijn met de nederzettingenpolitiek aanzien worden als medeplichtigheid aan deze misdrijven.

Challenge Airlines en haar voorganger Cargo Airlines ondersteunen de import van deze landbouwproducten met vervoers- en opslagdiensten. Dat doet het in volle wetenschap dat een groot deel ervan uit nederzettingen in bezet gebied komt. Daarmee maken ze zich al jaren minstens medeplichtig aan heling en mogelijk ook aan oorlogsmisdaden.

Lees verder

US Navy BLU-109 general purpose balistic missiles worden geladen door crew

VOETNOTEN

  1. www.bdsfrance.org/campagne-agrexcocarmel/, geciteerd op www.cnapd.be/liege-airport-30-ans-de-soutien-a-loccupationa-la-colonisation-et-aux-crimes-de-guerre-disrael/
  2. Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, Genève, 12-08-1949.
  3. Reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, bijlage bij het Verdrag nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land, 's-Gravenhage, 18-10-1907. 

 

 

Deze publicatie kwam tot stand met de financiële steun van het Belgische Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingscoördinatie en Humanitaire Hulp (DGD). De inhoud van deze publicatie kan onder geen voorwaarden gezien worden als een weerspiegeling van de positie van de Belgische Ontwikkelingscoöperatie.

Logo DGD